|
|
De Santa Maria del Carmine kerk ligt in de wijk Oltrarno in Firenze, aan de zuidkant van de Arno. De kerk, gewijd aan Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel, werd vanaf 1268 gebouwd als onderdeel van een Karmelietenklooster dat nog steeds bestaat. Slechts enkele romaans-gotische overblijfselen aan de zijkanten van het oorspronkelijke gebouw zijn bewaard gebleven. Het kloostercomplex werd eerst uitgebreid in 1328 en vervolgens in 1464, toen de kapittelzaal en de refter werden gebouwd. Zoals bij veel andere kerken in Firenze (zoals San Lorenzo) bleef de gevel onvoltooid en warden de geplande incrustaties werden nooit uitgevoerd. Na herbouw in barokstijl in de 16e en 17e eeuw werd de kerk in 1771 zwaar beschadigd door een brand. De sacristie bleef gespaard van de brand, zodat enkele kunstwerken daar bewaard bleven. Het interieur van de kerk werd in 1782 herbouwd in rococostijl, waarbij het gewelf in een illusionistische stijl werd geschilderd.
Ook de belangrijkste kapel, de Brancacci-kapel, is bewaard gebleven. De fresco’s in de kapel tonen 15 scènes uit het leven van de apostel Petrus en is een van de belangrijkste frescocycli van de vroege Renaissance in Firenze. Het werd begonnen door Masolino en Masaccio tussen 1424 en 1427 en voltooid door Fra Filippino Lippi in 1485.
De Brancacci-kapel werd in 1990 na jaren van restauratie heropend voor het publiek. Bij die gelegenheid werd in juni 1990 ook een grote Masaccio-tentoonstelling geopend.
|
|
Schema van de fresco's in de Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze [1]
|
De fresco's in het bovenste register zijn: Tentazione di Adamo ed Eva (Adam en Eva in het aards paradijs) door Masolino, en de Cacciata dal Paradiso Terrestre (Verdrijving van Adam en Eva uit het aards paradijs en Il Pagamento del tributo door Masaccio. Masolino schilderde ook de Predica di san Pietro en de Guarigione dello storpio e resurrezione di Tabita. In het onderste register schilderde Masaccio de twee scènes op de eindwand, San Pietro risana gli infermi con la sua ombra (Petrus die met zijn schaduw de zieken genees)t en de Distribuzione delle elemosine e morte di Anani (Verdeling van goederen, met de dood van Ananias).
Het werk bleef onvoltooid omdat Masolino naar Hongarije vertrok, en Masaccio naar Rome reisde waar hij in 1428 overleed. Tussen 1435 en 1458, toen de beschermheer Felice Brancacci in politieke ongenade viel, veranderden de broeders de naam van de Brancacci-kapel in die van 'La Madonna del Popolo', waarbij de beroemde 13de-eeuwse Madonna met kind van het hoofdaltaar naar de kapel werd verplaatst. Het was misschien bij deze gelegenheid dat een deel van Masaccio's fresco met portretten van de Brancacci opdrachtgvers werd vernietigd, een soort damnatio memoriae.
De decoratie van de kapel werd meer dan vijftig jaar later voltooid door Filippino Lippi, die tussen 1481 en 1485 werkte aan het onderste register van de linkermuur, waarbij hij Resurrezione del figlio di Teofilo e san Pietro in cattedra (de opwekking van de zoon van Theophilus en de tronende Petrus, waaraan Masaccio al was begonnen, voltooide en op de aangrenzende pilaster San Pietro in carcere visitato da san Paolo (de heilige Petrus in de gevangenis, bezocht door Paulus) schilderde.
|
|
|
Affrescchi Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine
Registro mediano
1 - Masolino, La tentazione di Adamo ed Eva (pilastro di destra)
2 - Masaccio, La cacciata di Adamo ed Eva dal Paradiso terrestre (pilastro di sinistra)
3 - Masaccio, Il tributo
4 - Masolino, La predica di San Pietro
5 - Masaccio, Il battesimo dei neofiti
6 - Masolino, La guarigione dello zoppo e la resurrezione di Tabita
Registro inferiore
7 - Masaccio, La distribuzione dei beni e la morte di Anania
8 - Masaccio, San Pietro risana con l’ombra
9 - Filippino Lippi, San Pietro visitato in carcere da San Paolo
10 - Masaccio e Filippino Lippi, La resurrezione del figlio di Teofilo e San Pietro in cattedra
11 - Filippino Lippi, San Pietro liberato dal carcere
12 - Filippino Lippi, La disputa dei Santi Pietro e Paolo con Simon Mago e la crocifissione di San Pietro
|
De cyclus begint met de scène van de Tentazione di Adamo ed Eva (de Verzoeking van Adam en Eva) door Masolino, in een hoge en smalle lijst op het breedste deel van de boog die de kapel afbakent.
Aan de andere kant van de kapel, als het ware in spiegelbeeldig, bevindt zich de andere scène uit de Genesis, met de Verdrijving uit het Aards Paradijs, het meesterwerk van Masaccio.
Deze scenes zijn de antecedenten van het verhaal.
|
|
|
|
|
|
Masolino di Panicale, La Tentazione di Adamo ed Eva, 1424-1425, Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze
|
|
Tommaso Masolino da Panicale, Tentazione di Adamo ed Eva, prima del restauro, La Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze
|
|
Masaccio, Cacciata dal Paradiso Terrestre, Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze
|
|
|
|
|
|
Tommaso Masolino da Panicale, Tentazione di Adamo ed Eva, dettaglio dell'affresco prima del restauro
|
|
Masolino da Panicale, Tentazione di Adamo ed Eva, dettaglio della testa di Adamo
|
|
Masolino di Panicale, Tentazione di Adamo ed Eva, dettaglio della testa di Eva
|
|
|
|
|
|
Masaccio, Cacciata dei progenitori dall'Eden, dettaglio della testa di Adamo, La Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze
|
|
Masaccio, Cacciata dei progenitori dall'Eden, dettaglio della testa di Eva
|
|
Masaccio, Cacciata dei progenitori dall'Eden, particolare dell’angelo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Disputa di Simon Mago e crocifissione di san Pietro
|
|
San Miniato al Monte, veduta laterale, e la parte più antica del Cimitero delle Porte Sante di fronte a San Miniato [4]
|
Disputa di Simon Mago e crocifissione di san Pietro
|
|
|
|
|
|
Filippino Lippi, Autoritratto, dalla Disputa con Simon Mago, 1485-87
|
|
Filippino Lippi, Disputa di Simon Mago e crocifissione di san Pietro (particolare ritratto Sandro Botticelli), 1424-26 e 1489-91, affresco, Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze
|
|
Filippino Lippi, Disputa di Simon Mago e crocifissione di san Pietro (particolare ritratto Sandro Botticelli), 1424-26 e 1489-91, affresco, Cappella Brancacci, Santa Maria del Carmine, Firenze
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[4]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|