|
|
|
|
|
E N G I T |
Firenze, Loggia dei Lanzi, Agrippina Minor, (Cologne 15 AD - Misenum 59). Romeinse keizerin en een van de meer prominente vrouwen in de Julio-Claudiaanse dynastie[1]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Agrippina Minor, Loggia dei Lanzi, Firenze
|
|
|
|
|
|
De Loggia dei Lanzi of Loggia della Signoria is een beeldengalerij op de Piazza della Signoria in Firenze. De galerij werd tussen 1376 en 1382 gebouwd door Benci di Cione en Simone Talenti en bevat een aantal bekende beeldhouwwerken.
Op de achtergrond in de Loggia staan vijf marmeren vrouwenbeelden, Sabines (drie worden geïdentificeerd als Matidia, Marciana en Agrippina Minor), en een standbeeld van de barbaarse gevangene Thusnelda uit de Romeinse tijd van Trajanus tot Hadrianus. Ze werden in 1541 in Rome ontdekt. De beelden bevonden zich sinds 1584 in de Medici-villa in Rome en werden in 1789 door Pietro Leopoldo naar Firenze gebracht [3].
Ulpia Marciana (ca. 48-112/4) was keizerin van Rome van 105 tot haar dood in 112. Zij was de zuster van keizer Trajanus en moerder van Matidia (circa 68-119) die op haar beurt keizerin van Rome was van circa 112/4-119. Trajanus, die kinderloos was, behandelde zijn nichtje Matidia alsof zij zijn eigen dochter was.
Agrippina minor (ca. 15 – 59) nam ook actief deel aan de dynastieke politiek en zou daarenboven politiek advies geven aan haar echtgenoot Claudius en haar zoon Nero.
Vrouwen uit de Julisch-Claudische dynastie – de periode waarin de keizers Augustus, Tiberius, Caligula, Claudius en Nero regeerden – kregen een prominentere rol dan voorheen en als lid van de domus Augusta zou Agrippina vaak worden opgenomen in de propagandistische kunst van Caligula, Claudius en Nero.
|
|
Agrippina Minor (detail), Romens beeld in de Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria [1]
|
De antieke beelden in de Loggia dei Lanzi in Firenze werden ontdekt in Rome en bevonden zich al in 1541 in de collectie Capranica della Valle, een verzameling die in 1584 volledig door kardinaal Ferdinando I de' Medici gekocht werd, waarna de beelden verhuisden naar de Villa Medici in Rome. Sinds 1787 behoren ze tot de' Medici collectie in Firenze, in 1789 werden ze onder de Loggia dei Lanzi geplaatst.
|
|
|
|
|
|
Ulpia Marciana (48 AD - 112 AD)
de oudere zuster van keizer Trajanus |
|
Salonia Matidia (68 AD - 119 AD)
dochter en enig kind van Ulpia Marciana en rijke praetor Gaius Salonius Matidius Patruinus |
|
Thusnelda, Germaanse edelvrouw, Loggia dei Lanzi, Firenzee. Romeins marmeren beeld uit de periode van Trajanus of Hadrianus (2e eeuw CE)
|
Julia Agrippina, moeder van keizer Nero
Julia Agrippina minor (6 november 15, Oppidum Ubiorum – 19-23 maart 59, Campanië), vanaf 50 Julia Augusta Agrippina genoemd, beter bekend als Agrippina de Jongere of Agrippina minor, was een prominent lid van de Julisch-Claudische dynastie [4]: ze was achtereenvolgens zus (van Caligula), echtgenote (van Claudius) én moeder (van Nero) van de princeps, de keizer van het Romeinse Rijk. Agrippina minor nam ook actief deel aan de dynastieke politiek en zou daarenboven politiek advies geven aan haar echtgenoot Claudius en haar zoon Nero.
Ze was vernieuwend, ze had een visie, en gebruikte haar macht voor een aantal goede werken.
|
Agrippina werd geboren in het oppidum Ubiorum, op de plaats van wat later Keulen zou worden, toen haar vader Germanicus opperbevelhebber was van de legioenen die in Germania vochten. Er is niets meer bekend over haar vroege jeugd. Haar eerste huwelijk was van 28 o.t. met Gnaeus Domitius Ahenobarbus, met wie ze in 37 na Christus hun enige zoon had, Lucius Domitius Ahenobarbus, de latere keizer Nero.
Agrippina de Jongere, was een machtige Romeinse keizerin en een van de meest prominente en effectieve vrouwen in de Julio-Claudische dynastie. Haar vader was Germanicus, een populaire generaal en eenmalige erfgenaam van het Romeinse Rijk onder Tiberius; en haar moeder was Agrippina de Oudere, een kleindochter van de eerste Romeinse keizer Augustus. Ze was de jongere zus van keizer Caligula, de nicht en vierde vrouw van keizer Claudius die Caligula opvolgde, en de moeder van keizer Nero, die Claudius opvolgde.
Zowel oude als moderne bronnen beschrijven Agrippina's persoonlijkheid als meedogenloos, ambitieus, gewelddadig en dominant. Fysiek was ze een mooie en gerenommeerde vrouw. Volgens Plinius de Oudere had ze een dubbele hoektand in haar rechterbovenkaak, een teken van geluk. Veel historici uit de oudheid beschuldigen Agrippina ervan haar echtgenoot Claudius te hebben vergiftigd, hoewel de verslagen niet eenduidig zijn. [1] Tijdens het bewind van haar echtgenoot Claudius was ze een effectieve en belangrijke macht achter de troon en was ze kort de feitelijke heerser van het Romeinse rijk tijdens het bewind van haar zoon, keizer Nero. In 59 na Christus werd Agrippina geëxecuteerd op bevel van Nero.
Ze was een sleutelfiguur in opeenvolgende intriges. Ze fungeerde als adviseur achter de schermen in staatszaken door middel van krachtige politieke banden - ze was de zus van Caligula en trouwde met haar oom Claudius, de derde en vierde Romeinse keizers. Ze manoeuvreerde Nero, haar zoon uit een eerder huwelijk, in de lijn van opvolging zodat hij keizer kon worden; Claudius werd zich bewust van haar samenzwering, maar stierf in 54, misschien vergiftigd door Agrippina, en Nero besteeg de troon. Agrippina oefende een machtige en indrukwekkende invloed uit in de eerste jaren van zijn regering, maar in 59 maakte hij een einde aan haar bekwame machinaties en haar politieke invloed door haar te laten vermoorden.
|
|
Loggia dei Lanzi, Firenze, Agrippina Minor, (Cologne 15 AD - Misenum 59). Romeinse keizerin en een van de meer prominente vrouwen in de Julio-Claudiaanse dynastie
|
|
Antonio Rizzi (1869-1940), L'imperatore Nerone si china sulla madre morta Agrippina, Cremona, Museo Civico Ala Ponzone |
Keizer Nero buigt zich over zijn gedode moeder Agrippina. Negentiende-eeuws schilderij door Antonio Rizzi.
Agrippina in de kunst en cultuur van de oudheid
|
Van Julia Agrippina is bekend dat ze een zeer belangrijke rol speelde in het Romeinse Rijk. De portretten die we van Agrippina terugvinden op munten, camee's, in bustes en standbeelden stellen haar voor als ideale matrona en benadrukken de voorspoed die het rijk kende onder de heerschappij van haar familie. De vroegste afbeelding van Agrippina in de propagandistische kunst is op de keerzijde van een sestertius die werd geslagen in 37/38 door haar broer Caligula en waarop ze samen met haar twee zussen werd afgebeeld. Alle drie houden ze een cornucopia (hoorn des overvloeds) vast als verwijzing naar hun vruchtbaarheid. Dit wees er bovendien impliciet op dat indien Caligula zelf geen zoon zou hebben om hem op te volgen, hij nog altijd kon rekenen op de vruchtbaarheid van zijn zussen om hem van een opvolger te voorzien.[6] Agrippina is hier afgebeeld als Securitas: leunend op een zuil.[7] De twee anderen stellen op hun beurt Concordia (eendracht) en Fortuna (lot, geluk) voor.[8]
In het Sebasteion van Aphrodisias treffen we in de portici een reliëfpaneel aan dat Agrippina en Claudius dextrarum iunctio (in elkaar leggen van de rechterhanden als teken van concordia tussen twee gehuwden) voorstelt en waarbij Agrippina in haar linkerhand korenhalmen vasthoudt, opnieuw verwijzend naar Ceres.[9] Uit de typische uitdrukking van eendracht tussen de twee echtlieden moest ook de eendracht in de domus Augusta blijken, terwijl de associatie met Ceres verwees naar de vruchtbaarheid van het rijk.[9]
|
|
Agrippina bekroont haar jonge Nero met een lauwerkrans. Ze draagt een hoorn des overvloeds, symbool van fortuin en overvloed. Nero draagt ?het pantser en de mantel van een Romeinse commandant, met een helm op de grond aan zijn voeten. De scène verwijst naar Nero's kroning tot tot keizer in 54 o.t
|
Julia Agrippina Minor in de Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria
|
Mary McCarthy:
«Meer dan in welke andere Italiaanse piazza ook, roept de Piazza della Signoria herinneringen op aan de Oudheid (...) ook in de sobere Loggia dei Lanzi, met haar drie prachtige volle bogen en haar reeks beeldengroepen van brons en marmer. Sommige daarvan stammen uit de Griekse of Romeinse Oudheid, sommige uit de Renaissance, sommige uit het manierisme, en eentje uit de negentiende eeuw. Toch is er geen disharmonie tussen de beelden; ze sluiten allemaal op elkaar aan, vormen een doorlopende ervaring, een munt die met tussenpozen opnieuw geslagen wordt. Ze roepen stuk voor stuk een bloeddorstige wereld op. Bijna al deze groepen zijn in strijd verwikkeld.»[4]
|
Firenze, Loggia dei Lanzi, Julia Agrippina Minor [1]
|
De bekendste beelden onder de Loggia dei Lanzi zijn:
De Roof van de Sabijnse maagden vrouwen (Giambologna, 1583)
Hercules en de Centaur (Giambologna, 1599)
Perseus en Medusa (Benvenuto Cellini, 1554)
De roof van Polyxena (Pio Fedi)
Menelaos bij het lichaam van Patroclus
|
|
|
|
|
|
De Sabijnse maagdenroof, Giambologna, 1583 |
|
Benvenuto Cellini, Perseo con la testa di Medusa
|
|
Giambologna, Hercules verslaat de centaur Nessus (1599), Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria, Firenze
|
|
|
|
|
|
Il Gruppo di Pasquino, (Patroclo e Menelao), 1599, Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria, Firenze
|
|
Pio Fedi, De roof van Polyxena |
|
Mercurio. Calco moderno della statuetta di Benvenuto Cellini in una nicchia della base del Perseo, nella Loggia dei Lanzi di Firenze. L'originale è esposto al Museo del Bargello a Firenze. Foto di Giovanni Dall'Orto. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Loggia dei Priori
Openingsuren
De galerij is dag en nacht vrij toegankelijk en wordt onderhouden door het Uffizi.
|
|
|
|
|
|
|
|
Piazza della Signoria, Firenze, fotogallerij
De Loggia dei Lanzi is een unieke openlucht beeldengalerij in Firenze, met een combinatie van antieke en verfijnde renaissancekunst. Grenzend aan de Galleria degli Uffizi, beschikt de loggia over prachtige sculpturen gemaakt door kunstenaars als Giambologna en Benvenuto Cellini en opent met zijn enorme brede bogen naar de Piazza della Signoria, waar nog meer beelden opgesteld staan.
|
|
|
|
|
|
Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria |
|
Hercules en Cacus (Baccio Bandinelli) en de Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria, Firenze
|
|
Fontana del Nettuno e campanili Badia e Bargello. Accanto alla fontana, su un piedistallo, c'è il Marzocco, il leone che è un importante simbolo per Firenze
|
|
|
|
|
|
Palazzo Vecchio, Loggia dei Lanzi, Piazza della Signoria, Firenze
|
|
Fontana del Nettuno, Piazza della Signoria, Firenze |
|
Michelangelo, David (replica), Piazza della Signoria, Firenze
|
|
|
|
|
|
Fontana del Nettuno, Piazza della Signoria, Firenze |
|
Ruiterstandbeeld van Cosimo I de' Medici op de Piazza della Signoria in Firenze
|
|
Baccio Bandinelli, la statua Ercole e Caco, con sfondo la Galleria degli Uffizi |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Art in Tuscany | The Loggia della Signoria | The Loggia dei Lanzi
Historisch Nieuwsblad: Waarom Keizerin Agrippina een slechte naam kreeg
Historianet: Nero’s moeder was de slechtste vrouw van Rome
History Link: The role of women in Anceint Roman Society
Sulle tracce di Traiano | Le Gallerie degli Uffizi | www.uffizi.it
|
|
|
Bibliografie
|
|
|
Anthony A.Barrett, Agrippina: Sex, Power and Politics in the Early Roman Empire. New Haven: Yale University Press, 1996.
L. Foubert, Agrippina. Keizerin van Rome, Leuven, 2006
G.H. de Vries (trad. comm.), Cassius Dio. Vier keizers. Rome onder Tiberius, Caligula, Claudius en Nero, Amsterdam, 2000.
Le statue della Loggia della Signoria a Firenze. Capolavori restaurati, a cura di G. Giusti Galardi, Firenze, Giunti, 2002.
J. Humphrey, The Three Daughters of Agrippina Maior, in American Journal of Ancient History 4 (1979), pp. 125–143.
S.E. Wood, Imperial Women: A Study in Public Images, 40 B.C.-A.D. 68, Leiden, 1999.
C. Paolini, La Loggia dei Lanzi. Una storia per immagini, Quaderno n. 15, Polistampa, Firenze, 2006.
Mary McCarthy, De stenen van Florence, Het Spectrum, Schrijvers over de wereld, 1989, ISBN 9789027422071
|
|
Aureus van Nero met Agrippina Augusta, moeder van Nero, zoon van de goddelijke Claudius
AGRIPP AVG DIVI CLAVD NERONIS CAES MATER |
[1] Foto di Sailko, licenziato in base ai termini della licenza Creative Commons Attribuzione-Condividi allo stesso modo 4.0 Internazionale
[2] Wanneer op 16 maart 37 Tiberius overlijdt, wordt Agrippina's broer Gaius (Caligula) princeps. Hierdoor werd Agrippina naaste familie van de princeps. Op 15 december van dat jaar bracht ze bij zonsopgang te Antium - waar haar echtgenoot een villa had - een zoon ter wereld. Toen ze haar boorling voorstelde aan haar broer en vroeg welke naam ze hem moest geven (in de hoop dat Caligula, die nog geen mannelijke nakomeling had, haar zoon mogelijk zou adopteren), stelde deze echter de naam voor van Claudius, die toen het mikpunt van spot was aan het keizerlijke hof. Het kind zou uiteindelijk Lucius Domitius Ahenobarbus worden genoemd, maar later onder de naam Nero als princeps de geschiedenis ingaan. [Suetonius, Vita Neronis 6. Voor een vergelijking van Suetonius met andere bronnen, zie A.A. Barrett, Agrippina: Sex, Power and Politics in the Early Empire, New Haven - Londen, 1996, p. 234.]
[3] Cassius Dio, LIX 3.4.
[4] De Julisch-Claudische dynastie is de naam gegeven aan de dynastie van de eerste vijf Romeinse keizers (principes): Imperator Caesar Augustus (geboren als Gaius Octavius en later Gaius Julius Caesar (bijgenaamd Octavianus) geheten), Tiberius Julius Caesar Augustus (geboren als Tiberius Claudius Nero), Gaius Julius Caesar Augustus Germanicus (bijgenaamd Caligula), Tiberius Claudius Drusus Nero Germanicus (kortweg Claudius genoemd) en Nero Claudius Caesar Augustus Germanicus (geboren als Lucius Domitius Ahenobarbus). Zij regeerden over het Romeinse Rijk van 27 v.Chr.[1] tot 68 n.Chr, toen de laatste van de dynastie, Nero, zelfmoord pleegde. Deze vijf heersers waren door huwelijk en adoptie met de gens Julia en de gens Claudia verbonden. Gaius Julius Caesar wordt soms - onterecht - als haar stichter gezien, maar hij is dat niet: hij was geen keizer en had geen banden met de gens Claudia. Het is keizer Augustus die algemeen wordt beschouwd als haar stichter.
[5] Foto di Yair-haklai, licenziato in base ai termini della licenzathe Creative Commons Attribution-Share Alike 2.5 Generic.
[6] S.E. Wood, Diva Drusilla Panthea and the Sisters of Caligula, in American Journal of Archaeology 99 (1995), p. 461, L. Foubert, Agrippina. Keizerin van Rome, Leuven, 2006, p. 59.
[7] Deze identificatie is recentelijk echter betwijfeld: U.W. Gottschall, art. Securitas, in LIMC VIII 1 (1997), p. 1093. Cf. M. Grant, Roman imperial money, Londen - New York, 1954, p. 143 (Salus-Securitas).
[8] Voor een ruimere bespreking van deze munt: zie J. Ginsburg - ed. E. Gruen, Representing Agrippina: Constructions of Female Power in the Early Roman Empire, Oxford - New York, 2006, pp. 65---69.
[9] L. Foubert, Agrippina. Keizerin van Rome, Leuven, 2006, p. 94.
[10]Foto di Miguel Hermoso Cuesta, licenziato in base ai termini della licenza Creative Commons Attribuzione-Condividi allo stesso modo 4.0 Internazionale
|
|
Zittend beeld uit Pompeii, traditioneel Agripina Minor genoemd, Napels, Museo Archeologico Nazionale [7]. |
° This article incorporates material from the Wikipedia article Julia Agrippina minor, published under the GNU Free Documentation License. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|