|
|
De vloer van de kathedraal van Siena is een van de grootste en meest waardevolle voorbeelden van marmeren inlegwerk in Italië. De mozaïekvloer was een decoratief project dat vele eeuwen in beslag nam, en waar gerenommeerde Siënese kunstenaars aan meewerkten.
Net als het kathedraalgebouw is ook de vloer onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de stad en haar kunst. De mozaïekvloer wordt over het algemeen op de meest gebruikte plaatsen bedekt met masonietplaten, behalve één keer per jaar, gedurende ongeveer twee maanden, tussen eind augustus en eind oktober.
De vloer bestaat uit meer dan zestig scènes. Deze fote toont het missenschip, links en rechts zijn de tien taferelen met de Sibillen ingelegd.
|
|
Pavimento della della navata centrale, Cattedrale di Santa Maria Assunta, Siena [3]
|
Het woord sibille komt (via het Latijn) van het Oudgriekse woord sibylla, wat profetes betekent. Sibille (vaak gespeld als sibylle) (Grieks Σιβ?λλα, Latijn Sibylla) was in de klassieke oudheid de benaming voor een aantal maagdelijke prinsessen die, geïnspireerd door een godheid en daardoor in extase, spontaan en ongevraagd de toekomst voorspelden in Griekse hexameters.
Hun voorstellingen in de mozaïekvloer van de Duomo zijn te vinden langs de zijbeuken, als symbolen van de openbaring van Christus aan de mensheid. Ze zijn afkomstig uit de verschillende landen, zijn onderverdeeld in drie groepen, Ionisch, Italiaans en Oosters), en staan voor de universaliteit van de christelijke boodschap aan[5].
De opdracht voor de Sibillen dateert uit 1482-1483 door de rector Alberto Alberighi, en verschillende kunstenaars hebben eraan meegewerkt. De Sibillen werden uitgevoerd in een gemeenschappelijke stijl, waarbij de figuren over het algemeen in wit marmer op een donkere achtergrond zijn bewerkt en omlijst door een geruit patroon. Ze staan op een baksteenkleurig oppervlak en worden elk vergezeld door inscripties die hun identificatie vergemakkelijken en symbolen die hun openbaringen over Christus en zijn leven verduidelijken. De profetieën komen vaak uit het apologetische werk, de Divinae Institutiones van Lactantius[5].
Stilistisch vormen de sibillen een homogeen geheel en doen ze denken aan klassieke beelden, die de complexere allegorieën in het middenschip elegant omringen. Slechts een paar Sibillen werden gerestaureerd[5].
|
Giovanni di Stefano of Antonio Federighi, Sibilla Delfica
|
|
Delfica, (ionica) Giovanni di Stefano o Antonio Federighi (disegno, attr.), Delfica, Giuliano di Biagio e Vito di Marco (esecuzione), 1482
|
La prima sibilla si trova di fronte alla porta di destra della facciata ed è opera degli scalpellini Giuliano di Biagio e Vito di Marco (circa 1482), con importanti rifacimenti nel 1866-1869, essendo molto consunta per la sua posizione. Il disegno è attribuito dal Carli a Giovanni di Stefano, figlio del Sassetta, o ad Antonio Federighi. Essa è drappeggiata in maniera complessa ed ha una posa statica, mentre con la destra regge il cartiglio con la scritta ipsum tuum cognosce deum, qui dei filius est («Conosci il tuo stesso Dio, che è il Figlio di Dio»), allusione alla seconda natura divina. Sotto la scritta si vede una sfinge ad ali aperte. Con la sinistra tiene un corno decorato dal quale escono fiamme. Sotto i suoi piedi, un cartiglio ne riporta il nome ed il fatto che sia menzionata da Crisippo.
|
Giovanni di Stefano (disegno, attr.), Sibilla Cumea
|
|
Cumea, (ionica) Giovanni di Stefano (disegno, attr.), Vito di Marco e Luigi di Ruggiero detto l'Armellino (esecuzione), 1482
|
|
|
Giovanni di Stefano, Cumana (italica), 1482
|
|
Giovanni di Stefano, Cumana, 1482, Pavimento di mosaico di marmo, Duomo, Siena [1]
|
|
Antonio Federighi (disegno), Eritrea, 1482
|
|
Antonio Federighi (disegno), Eritrea, 1482 [1]
|
|
Benvenuto di Giovanni (disegno, attr.), Persica, 1483
|
|
Benvenuto di Giovanni (disegno, attr.), Persica, 1483, Pavimento di mosaico di marmo, Duomo, Siena [1]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Raphael, The Sibyls, c. 1514 Fresco, Santa Maria della Pace, Rome [1]
|
|
|
Kunstontmoetingen | Kunst en muziek in dialoog - Reeks II | Sibylle
A. Bagnoli, C. Alessi (a cura di), Matteo di Giovanni. Cronaca di una strage dipinta, luglio 2006, Editore Ali
Siena | Basilica San Clemente in Santa Maria dei Servi
|
|
|
|
|
|
[1] Foto di Assianir. Questo file è disponibile in base alla licenza Creative Commons Attribuzione-Condividi allo stesso modo 4.0 Internazionale
[2] Fonte: Duomo di Siena | Pavimento del Duomo di Siena
[3] Fonte: PAVIMENTO - Opera Duomo Siena | operaduomo.siena.it
[4] Foto di Joanbanjo, questo file è disponibile in base alla licenza Creative Commons Attribuzione-Condividi allo stesso modo 3.0 Unported.
[5] Bruno Santi, Il pavimento del Duomo di Siena, Scala, Firenze 1982,( ristampa 2001. ISBN 978-888117083-8), pp. 5-7.
In het midden van de zestiende eeuw bereikte het bouwterrein van de vloer dus een bijna volledige ordening, waarmee de fase die als “klassiek” kon worden gedefinieerd was afgelopen. Deze fase werd gevolgd door voortdurende restauratiewerkzaamheden met kleine toevoegingen en vooral de vervanging van panelen die door het gebruik waren versleten door kopieën.
[6] Foto di Frans Vandewalle, questo file è disponibile in base alla licenza Creative Commons Attribuzione-Condividi allo stesso modo 3.0 Unported.
|
|
|