|
|
|
|
De façade van de Duomo van Firenze en de campanile van Giotto di Bondone [2]
|
Er volgde lange tussenperiode, die drie eeuwen duurde en waarin er een opeenvolging was van voorstellen door enkele van de meest opmerkelijke architecten uit de 16e en 17e eeuw, die nooit zijn gerealiseerd.
Het debat rond dit belangrijke werk duurde tot het einde van de 17e eeuw, toen Groothertog Cosimo III, ter gelegenheid van het huwelijk van zijn zoon, uiteindelijk besloot om het decorum van dit monument en de ruimte ervoor te herstellen door een grote muurschildering te laten maken met een namaakgevel. Bijna tweehonderd jaar na de laatste poging tot voltooiing, in het begin van de jaren 1820, toen Firenze werd geregeerd door de Lotharingse dynastie, wekte de kwestie van de decoratie van de gevel van de Duomo opnieuw de interesse onder impuls van Giovanni degli Alessandri, voorzitter van de Academie voor Schone Kunsten en directeur van de Uffizi.
Aan het einde van de 16e eeuw besloot groothertog Francesco I dei Medici de middeleeuwse decoratie van de façade van de kathedraal te ontmantelen. Het was de bedoeling van de vorst om de belangrijkste Florentijnse tempel te voorzien van een nieuwe voorgevel die stilistisch was aangepast aan de moderne smaak, maar de vernietiging van de oorspronkelijke gevel werd niet gevolgd door de creatie van een nieuwe renaissance voorgevel. Het bleef bij een reeks monumentale houten modellen.
Het ontwerp voor Santa Maria del Fiore stond in het epicentrum van een fel debat waarin architectuur de uitdrukking was van een vernieuwde spiritualiteit en een instrument van politieke en sociale controle.
Het eerste moderne project was van Buontalenti (1587-89), die van Francesco I de opdracht kreeg voor de nieuwe gevel in de zogenaamde Florentijnse maniëristische stijl. De maquette, gemaakt van houtsnijwerk en beschildering, heeft een zeer schilderachtig effect, maar over het algemeen lijkt het een oefening in stijl, verfijnd en bijna een doel op zich, met weinig interesse in het passen bij de al bestaande architectuur van de rest van de Duomo.
|
 |
|
 |
|
 |
Bernardo Buontalenti, modello per la nuova facciata del duomo di Firenze, 1587-89 ca.
|
|
Bernardo Buontalenti, modello per la nuova facciata del duomo di Firenze, 1590 circa
|
|
Gherardo Silvani, modello per la nuova facciata del duomo di Firenze, 1635-36
|
Geen van deze voorstellen werd geaccepteerd, evenmin als de voorstellen die in de 17e eeuw werden gedaan: denk aan het model dat in 1635 door de Accademia delle Arti del Disegno voor Ferdinando II werd gemaakt, of het in barokstijl uitgevoerde model van Gherardo Silvani (1635).
Het debat rond dit belangrijke werk duurde tot het einde van de 17e eeuw, toen Groothertog Cosimo III, ter gelegenheid van het huwelijk van zijn zoon, uiteindelijk besloot om het decorum van dit monument en de ruimte ervoor te herstellen door een namaakgevel te laten maken waarop een grote muurschildering de optische illusie van een nieuwe façade zou verbeelden [4].
|

|
Riproduzione della facciata dipinta del Duomo di Firenze del 1688 [10]
|
In de loop van de daaropvolgende decennia werden er veel plannen ingediend en verschillende postume gevels gebouwd tot 1689, toen het voorstel van Ercole Graziani een einde leek te maken aan het probleem; hij creëerde een gevel in fijn versierde gepleisterde baksteen.
Uit de houten modellen die tentoongesteld worden in het Museo dell'Opera di Santa Maria del Fiore en uit de verschillende projecten blijkt dat er nooit enige zorg was om de architectonische vormen van de bestaande structuur te respecteren (de historisch-filologische premissen ontbraken in die tijd)[5].
Giovanni Battista Silvestri , 1822
Pas in de 19e eeuw ontstond er een hernieuwd verlangen om het project definitief te voltooien en de stad Firenze een kerk terug te geven met een façade die de oude stijl van het gebouw respecteerde en zich kon aanpassen aan het omringende stedelijke weefsel.[5] Pas zo'n tweehonderd jaar na de laatste poging tot voltooiing, in het begin van de jaren 1820, toen Firenze werd geregeerd door de Lotharingse dynastie, wekte de kwestie van de decoratie van de gevel van de Duomo opnieuw de interesse onder impuls van Giovanni degli Alessandri, voorzitter van de Academie voor Schone Kunsten en directeur van de Galleria degli Uffizi.
De eerste ontwerpvoorstellen dateren uit 1822, toen Giovanni Battista Silvestri als eerste de opdracht kreeg van de voorzitter van de Accademia di Belle Arti in Firenze een plan voor een neogotische gevel te tekenen, dat echter alleen op papier bleef staan. Hierop volgden vele prijsvragen die tussen 1860-67 werden gehouden en eindeloze controverses en discussies uitlokten.[5]
|

|
Giovanni Battista Silvestri, Progetto per la facciata della Metropolitana di Firenze, 1822 [3]
|
|
|
|
|
|
Een beslissende stap voorwaarts werd gezet in 1842 toen de Associazione per la Facciata del Duomo (Vereniging voor de Façade van de Kathedraal) opgericht werd, die ook zorgde voor de nodige financiering voor de onderneming.
In dat jaar stelde Niccolò Matas, die sinds 1837 aan de façade van de basiliek van Santa Croce had gewerkt, zijn eigen project voor in een neogotische stijl met een Europese flair, dat positieve reacties kreeg van de bevolking[4].
Vanaf 1843 presenteerden vele andere architecten hun eigen oplossingen: Silvestri, die voorrang claimde voor zijn eigen project, Francesco Leoni, die de restauratie van het Bargello had voltooid, Ignazio Villa, auteur van een neogotisch gebouw in de Via del Prato, Gaetano Baccani, die de klokkentoren van de basiliek van Santa Croce had voltooid, Mariano Falcini en Pasquale Poccianti, werden vergezeld door anderen.
Het debat werd echter onderbroken door de onrust van het Risorgimento en werd pas hervat in 1859, en het jaar daarop legde de nieuwe koning, Victor Emmanuel II van Savoye, de eerste steen tijdens een ceremonie die echter niet meer dan symbolisch was: de gevel was nog lang niet gerealiseerd. Hierop volgden vele prijsvragen die tussen 1860-67 werden gehouden en eindeloze controverses en discussies uitlokten.[6]
In 1861, met de geboorte van het Koninkrijk Italië, werd een nieuwe wedstrijd uitgeschreven waaraan veel architecten deelnamen, zowel Italiaanse als buitenlandse, die oplossingen voorstelden die geïnspireerd waren op verschillende middeleeuwse en niet-middeleeuwse architecturen. Deze nieuwe groep projecten werd onderzocht door een speciale commissie van experts, maar opnieuw werd er geen winnaar gekozen. In 1864 werd een nieuwe wedstrijd uitgeschreven, waarvoor meer dan veertig projecten werden onderzocht, met architectonische oplossingen geïnspireerd op de gotische gevels van Franse kathedralen, Italiaanse basilieken en andere absoluut eclectische stijlen. Onder de vijftien projecten die eruit sprongen door hun verdienste was dat van de Florentijnse architect Emilio De Fabris, die zich een neogotische gevel voorstelde, geïnspireerd op die van de kathedralen van Siena en Orvieto, d.w.z. bekroond door drie torenspitsen. Er ontstond echter een verhit debat over deze oplossing.
De winnaar van de wedstrijd in 1867 was architect Emilio De Fabris, die een ontwerp presenteerde voor een basiliek met een complex decoratief apparaat in polychroom marmer, geïnspireerd op 14e-eeuwse Florentijnse modellen.
Het ontwerp werd goedgekeurd en uitvoerend gemaakt op 27 juni 1868 en in 1871 werd het 17e-eeuwse metselwerk van E. Graziani afgebroken. De werkzaamheden begonnen officieel in 1875. Desondanks bleef de controverse rond de bekroning voortduren en moest De Fabris gaandeweg nieuwe variaties op het ontwerp uitwerken, waarbij hij voor beide typen oplossingen formuleerde.
|
 |
|
 |
Emilio de Fabris, progetto per la facciata di Santa Maria del Fiore, 1876 [9]
|
|
Emilio de Fabris, progetto per la facciata di Santa Maria del Fiore, 1876 [9]
|
|
Deze twee grote schilderijen van Niccolò Barducci, gebaseerd op tekeningen van Emilio De Fabris en geschilderd in tempera op karton, geven in perspectief het effect weer van de uiteindelijke realisatie van de façade van de kathedraal met de dubbele optie van een tricuspide bekroning in de ene en een basiliek in de andere.
De twee schilderijen werden gemaakt om de uiteindelijke oplossing van de bekroning van de zijbeuken van de façade aan het oordeel van de bevolking en het bestuur van Firenze te onderwerpen[5].
|
|
|
|
|
Emilio de Fabris, prima proposta per la facciata del Duomo di Firenze
|
|
Emilio de Fabris, seconda proposta per la facciata del Duomo di Firenze
|
|
Het geschil over dit belangrijke architectonische element leefde in die tijd sterk in Firenze en had een breuk veroorzaakt tussen de publieke opinie, de kunstenaars en de heersers van die tijd vanwege de politieke en ideologische implicaties in de jaren van het ontstaan van het Koninkrijk Italië. De gevel met een driehoekige bekroning zou te sterk hebben herinnerd aan de Franse en Duitse “vreemde” gotiek. Uiteindelijk zou de oplossing gekozen worden met een basilieke of vlakke bekroning die ook de voorkeur wegdroeg van de Fabris en gesteund werd door illustere collega's zoals architect Giovanni Poggi [5].
Om uiteindelijk een einde aan de kwestie te maken, was het zelfs nodig om ze allebei uit te voeren, met een spits aan de ene kant en met eenvlakke bekroning aan de andere kant van de gevel, en om een stadsreferendum te houden waarmee de voorkeur voor de tweede optie voor eens en voor altijd werd vastgelegd.
De foto van Leopoldo toont de beide opties zoals ze bouwkundig uitgevoerd werden, om zich een definitief oordeel te kunnen vormen, met links de driehoekige en rechts de vlakke bekroning.
|
|
Alinari, Fratelli, Firenze. Facciata di S.Maria del Fiore, Positivo, ca 1886 - ca 1887[6]
Dit is een grootformaat print van de voorgevel van Santa Maria del Fiore nadat de marmeren bekleding van de voorgevel bijna voltooid wa, maar twee opties openliet.
|
Een dergelijke verhevigde controverse kan niet alleen op basis van esthetische overwegingen worden gerechtvaardigd; er speelden ook symbolische aspecten mee die het tot een nationaal probleem maakten, vooral omdat Firenze de hoofdstad van Italië was. Het positivistische denken, dat in essentie seculier was, steunde de basilieke vorm, terwijl de meer traditionalistische katholieken de keuze voor de driehoekige vorm van een meer uitgesproken gotische aard steunden: op de achtergrond speelden zich de conflicten af tussen staat en kerk, die culmineerden in de intrede van Victor Emanuel II de langs de Porta Pia in Rome (1870)[7].
Zoals te verwachten was, ook vanwege de evolutie van de politieke situatie, werd uiteindelijk gekozen voor de versie met de galerij (il ballatoio).
De decoratie van de gevel
Maar de façade was niet alleen een architectonische aangelegenheid en voor het uitwerken van een waardig iconografisch programma voor de sculpturale en mozaïekversiering wendde de vasthoudende De Fabris zich tot de filosoof Augusto Conti. Hij bedacht een complex theologisch ontwerp dat de verwevenheid van het christelijk geloof en de manifestatie van Florentijns genie liet zien.
De decoratie van de gevel werd uitgevoerd tussen 1883 en 1887. Er waren ongeveer dertig kunstenaars bij betrokken, die de mozaïeken, beelden en reliëfs creëerden die samen een iconografische programma vormen waarin de figuur van Maria, naar wie de kathedraal is vernoemd, centraal staat.
|

|
Augusto Passaglia, Madonna Foederi, per la cuspide del portale maggiore della cattedrale di Santa Maria del Fiore di Firenze, 1887 [2]
|
Tientallen kunstenaars waren erbij betrokken, allemaal van het hoogste niveau, en meer dan zeventig figuren werden gebeeldhouwd of in mozaïek uitgevoerd. De romaanse en gotische traditie van decoratie met rood, wit en groen marmer legde een patriottische fondertoon in de gevel, die niet langer enkel verwees naar de christelijke theologische deugden, maar naar de kleuren van de Italiaanse vlag. De namen en wapenschilden van de belangrijke Florentijnse en andere families die deelnamen aan de financiering van de onderneming werden in de onderste kroonlijsten geplaatst, zodat ze zichtbaar bleven voor het nageslacht.
In 1876 werd eindelijk begonnen met de bouw, maar de arme De Fabris, die in 1883 overleed, kon de voltooiing niet meemaken. Het was aan zijn erfgenaam, Luigi Del Moro, die de leiding van de bouwplaats had overgenomen om het werk af te maken. De gevel werd officieel ingewijd op 12 mei 1887, precies drie eeuwen nadat Arnolfo's middeleeuwse gevel was ontmanteld[3]. De bronzen deuren, daarentegen, namen nog ongeveer vijftien jaar in beslag, tussen het vinden van de fondsen en de materiële realisatie, en werden tussen 1899 en 1903 geplaatst. Augusto Passaglia had het grootste aandeel in de poorten, terwijl de laatste, de deur rechts richting het zuiden, werd gemaakt door de jonge Giuseppe Cassioli. In 1903 was de gevel voltooid.
In de linkerzijbeuk van de Dom kan men het grafmonument van Emilio de Fabris bewonderen, geplaatst om de renaissancereeks van grafmonumenten voor de grote architecten van Santa Maria del Fiore te voltooien, recht tegenover die van Giotto en Brunelleschi.
|
 |
|
 |
|
 |
Cattedrale di Santa Maria del Fiore, portale sinistra
|
|
Santa Maria del Fiore, portale principale
|
|
Santa Maria del Fiore, portale destro
|
 |
|
 |
|
 |
Leo I Magnus di Raffaello Romanelli, Facciata del duomo di firenze, portale centrale |
|
Facciata del duomo diFfirenze, portale centrale, San Zanobi di Giovanni e Amalia Dupré
|
|
Amalia Dupré, Santa Reparata, cattedrale di Santa Maria del Fiore, portale principale
|
|
|
De Fabris, ontwerper van de nieuwe gevel, bracht twee nissen aan in de opening van het centrale portaal van de kathedraal. In 1878 gaf De Fabris de filosoof Augusto Conti opdracht om een iconografisch programma voor de figuren op de gevel te bestuderen. Het programma omvatte de plaatsing van de heiligen Zanobi en Reparata in de twee nissen van het portaal, die in 1881 werden gerealiseerd door Giovanni Duprè en zijn dochter Amalia Dupré.
|
|
|
|

|
|
 |
|
 |
Amalia Dupré, Santa Reparata, cattedrale di Santa Maria del Fiore, portale principale
|
|
Amalia Dupré, Santa Reparata, cattedrale di Santa Maria del Fiore, portale principale
|
|
Amalia Dupré, Santa Reparata, cattedrale di Santa Maria del Fiore, portale principale
|
 |
|

|
|
 |
Emilio De Fabris, zona superiore della facciata di Santa Maria del Fiore, Firenze
|
|
Augusto Passaglia, Padre Eterno benedicente, zona superiore della facciata di Santa Maria del Fiore, Firenze
|
|
Finestra rosone sulla facciata principale del Duomo di Firenze, Basilica di Santa Maria del Fiore, Firenze
|
|
|
De mozaïeken
|
Wat betreft de mozaïeken, werd het ontwerp en de realisatie van de kartons exclusief toevertrouwd aan de Genuees Niccolò Barabino, die ook een opleiding had gevolgd aan de Florentijnse Academie en dus deel uitmaakte van het artistieke milieu van de stad. De mozaïeken uitgevoerd door de Società Musiva Veneziana,
|
|
|
 |
|
l |
|
 |
Mosaico della lunetta di sinistra
|
|
Mosaico della lunetta del portale centrale
|
|
Mosaico nella lunetta del portale destro
|
|
|
Lees ook De eerste voorgevel van Santa Maria della Fiore, Firenze | La facciata di Arnolfo
|
|
|
|
|
Facciata Santa Croce, Firenze, fotogallerijLa decorazione scultorea
|
|
|

|
|
|
 |
|
 |
|
 |
Cattedrale Santa Maria della Fiore e Campanile, Firenze
|
|
Michelangelo Buonarroti, Pietà Bandini, Tribuna di Michelangelo, Santa Maria del Fiore, Firenze
|
|
Optical illusion on the floor of the Duomo Firenze, attributed to Baccio d'Agnolo and Francesco da Sangallo
|
 |
|
|
|
|
Rosone di Santa Maria del Fiore, Firenze
|
|
|
|
|
![Piazzale Michelangelo [Magnificent View on Ponte Vecchio]](https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/4/4f/Florence_from_Piazzale_Michelangelo_-_panoramio_%286%29.jpg/512px-Florence_from_Piazzale_Michelangelo_-_panoramio_%286%29.jpg) |
|
 |
|
 |
Piazzale Michelangelo [Magnificent View on Ponte Vecchio]
|
|
Piazzale Michelangelo, con veduta del Duomo di Santa Maria del Fiore |
|
Piazzale Michelangelo, view over Florence's most iconic landmarks, Palazzo Vecchio and the Duomo
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
Museo Opera di Santa Maria del Fiore | Duomo Firenze
Duomo Operamuseum
Van deze moeilijke, eeuwenlange geschiedenis van de voorgevel van de Florentijnse Duomo, wordt in de archieven van de Opera del Duomo van Firenze de buitengewone verzameling architectonische tekeningen bewaard die in de loop van de decennia naar de verschillende commissies zijn gestuurd en een deel ervan wordt tentoongesteld in de afdeling van het museum die precies aan deze 19e-eeuwse onderneming is gewijd.
Dankzij een tekening van Bernardino Poccetti, gemaakt vóór de ontmanteling van de middeleeuwse gevel, werd in 2015 in de “Sala del Paradiso” van het museum een reproductie van de Arnolfo-gevel in hars gemaakt, gevuld met de originele sculpturen die er deel van uitmaakten.
Ook de hierboven afgebeelde houten modellen van de gevel maken deel uit van het mooie parcours van het museum dat de geschiedeis van de façade docuenteert.
• Toegang vanaf Piazza del Duomo n. 9.
• Het museum bestaat uit 28 zalen verdeeld over drie verdiepingen die bereikbaar zijn via trappen of liften.
• De aanbevolen duur van het bezoek is ongeveer 60-90 minuten.
Het museum is elke eerste dinsdag van de maand gesloten.
Wikipedia | Facciata di Santa Maria del Fiore | Decorazione della facciata di Santa Maria del Fiore
Bibliography
Santa Maria del Fiore
Giuseppe Zuffanelli e Francesco Faglia, Le facciate del Duomo di Firenze
Nicolò Masturzo, Santa Reparata e Santa Maria del Fiore. Studio delle fondazioni in facciata, in Santa Maria del Fiore. Teorie e storie dell'archeologia e del restauro nella città delle fabbriche arnolfiane, a cura di Giuseppe Rocchi Coopmans de Yoldi, Firenze 2006, pp. 209–221.
Francesca Pomarici, La prima facciata di Santa Maria del Fiore: storia e interpretazione, Roma, Viella (2004)
Il museo dell'Opera del Duomo a Firenze, Mandragora, Firenze 2000. ISBN 88-85957-58-7
Carlo Cresti, M. Cozzi, G. Carapelli, Il Duomo di Firenze 1822-1887. L'avventura della facciata, Firenze 1987.
Enzo Carli, Arnolfo, Edam, Firenze, 1993.
Cesare Guasti, Santa Maria del Fiore. La costruzione della Chiesa e del Campanile, Firenze, Ricci, 1887; rist. anast. Bologna, Forni, 1974.
Algemeen
Damien Wigny, Au coeur de Florence : Itinéraires, monuments, lectures, 1990
Mary McCarthy, The Stones of Florence, Harcourt Brace International (1998), ISBN-10: 9780156850803 - ISBN-13: 978-0156850803
Mary McCarthy, De stenen van Florence, Het Spectrum, Schrijvers over de wereld, 1989, ISBN 9789027422071
|

[1] Photo by Cosmos1972, derived from: Florence Cathedral Facade.jpg: licensed under the Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 International license, CC BY-SA 3.0, Link
[2] Photo by Sailko, licensed under the Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 International license, CC BY-SA 3.0, Link
[3] La Facciata del Duomo di Firenze. Breve storia della facciata della Cattedrale di Santa Maria del Fiore | www.duomo.firenze.it
[4] Il museo dell'Opera del Duomo a Firenze, Mandragora, Firenze 2000, p. 166.
Ook de façade van Santa Croce was lange is lange tijd ongedecoreerd gebleven. Tussen 1857 en 1863 werd de geveldeze alsnog door architect Niccolò Matas met meerkleurig marmer bekleed in de kenmerkende, laat-middeleeuwse gotische bouwstijl van Firenze.
[5] Museo Opera del Duomo | Niccolò Barducci, Due soluzioni per il coronamento della facciata della Cattedrale
[6] Alinari, Fratelli | Architetti - Italia - Sec. 19. - De Fabris, Emilio (positivo) di Alinari, Fratelli (ditta), De Fabris, Emilio (XIX)
Condizioni d'uso: Beni Culturali Standard (BCS), sotto la licenza CC-BY 4.0.
Stampa con i due angoli superiori inseriti nei tagli predisposti sulla pagina e incollata in basso a positivo posto al verso. Il positivo appartiene all'album Faccioli, nelle sezione relativa all'Italia centrale.
De afbeelding toont de voorgevel die bijna voltooid is, met de steigers die deze geheel bedekken. De foto dateert dus uit de periode tussen 1886 en het jaar van voltooiing van de werkzaamheden.
De fotografische collectie van Faccioli bestaat uit losse of gelijmde afdrukken op dragers, verzameld tijdens zijn carrière als ingenieur-architect door Raffaele Faccioli (Bologna, 1836-1914). Documentatie over de collectie is te vinden in het Historisch Archief van de Pinacoteca di Bologna, dossiers nr. 31, blad 43, n. 9.
[7] Il museo dell'Opera del Duomo a Firenze, Mandragora, Firenze 2000, p. 24.
De stadspoort Porta Pia, werd g ebouwd gemaakt naar een ontwerp van Michelangelo, Door deze poort trokken op 20 september 1870 de nationalistische troepen van koning Victor Emanuel II de stad binnen, waarna Rome werd uitgeroepen tot hoofdstad van het nieuwe koninkrijk Italië.
[8] In 1861, met de geboorte van het Koninkrijk Italië, werd een nieuwe wedstrijd uitgeschreven waaraan veel architecten deelnamen, zowel Italiaanse als buitenlandse, die oplossingen voorstelden die geïnspireerd waren op verschillende middeleeuwse en niet-middeleeuwse architecturen. Deze nieuwe groep projecten werd onderzocht door een speciale commissie van experts, maar opnieuw werd er geen winnaar gekozen. In 1864 werd een nieuwe wedstrijd uitgeschreven, waarvoor meer dan veertig projecten werden onderzocht, met architectonische oplossingen geïnspireerd op de gotische gevels van Franse kathedralen, Italiaanse basilieken en andere absoluut eclectische stijlen. Onder de vijftien projecten die eruit sprongen door hun verdienste was dat van de Florentijnse architect Emilio De Fabris, die zich een neogotische gevel voorstelde, geïnspireerd op die van de kathedralen van Siena en Orvieto, d.w.z. bekroond door drie torenspitsen. Er ontstond echter een verhit debat over deze oplossing.
[9] Catalogo Generale dei Beni Culturali | De Fabris Emilio (1807/ 1883), CC BY-SA 4.0, Link
[10] Giuseppe Zuffanelli, Francesco Faglia. Le facciate del Duomo di Firenze, dal 1298 al 1887. Firenze, Benelli e Gambi, 1887. Fonte: Internet Archive
[11] Photo by Liridon , licensed under the Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International license, CC BY-SA 4.0, Link
|

|
Firenze - Cattedrale di Santa Maria del Fiore [11] |
|
|