De Dom van Siena (Duomo di Siena of Cattedrale di Santa Maria Assunta) staat op het gelijknamige plein, in de Terzo di Città van Siena. De bouw van de kathedraal startte in de 12e eeuw. Het is een van de grote voorbeelden van Italiaanse gotische architectuur. De Duomo heeft een rijk versierde façade die in 1380 voltooid werd, en een 77 meter hoge campanile.
|
1 Voorgevel, Facciata
2 Wijwaterbekken van Antonio Federighi
3 Middenschip
4 Koepel
5 Koor
6 Apsis
7 Hoofdaltaar
8 Baptisterium
9 Preekstoel van Nicola Pisano
10 Kapel van het Heilig Sacrament
11 Crypte
12 Altaar van de H. Crescentius
13 Altaar van de H. Bernardus
14 Rechter transept
15 Kapel van O.L.Vrouw van de Gelofte, H. Catharina van Bernini
16 Campanile
17 Altaar van de H. Caterina van Alexandrië
18 Altaar van de H. Franciscus van Sales
19 Altaar van de H. Jerome
20 Altaar van de H. Gaetano
21 Altaar van de 4 bekroonde heiligen
22 Altaar van de HH. Philip en James
23 Altaar van Driekoningen
24 Piccolomini altaar met beelden van Michelangelo
25 Graf van Marcus Antonius Zondadari
26 Kapel van Johannes de Doper met beeld van Donatello
27 Linker transept
28 Paus Pius III van Pietro Balestra
29 Altaar van het Kruis
30 Altaar van de HH. Pietrus en Paulus
31 Paus Pius II van Giuseppe Mazzuoli
32 Grafsteen van Giovanni Pecci door Donatello
33 Kapel van de H. Ansano
34 Sacristie
35 Libreria Piccolomini
36 Nieuwe kathedraal (Nuovo Duomo)
37 Deur van vergeving (Porta del Perdono of Porta della Riconoscenza)
|
|
Grondplan Duomo Siena |
|
|
|
|
|
De voorgevel van de Duomo (la facciata del Duomo)
De façade, die hoofdzakelijk in wit marmer opgetrokken werd, (met enkele stroken in rood marmer uit Siena en groene serpentijn uit Prato), kan worden verdeeld in twee registers, een onderste en een bovenste, elk verwijzend naar twee verschillende bouwfasen van de façade. De constructie van deze imposante gevel duurde drie decennia.
|
|
Duomo di Siena, Cattedrale di Santa Maria Assunta, la facciata[2]
|
In 1284 (een van de weinige zekere data in de geschiedenis van het gebouw) startte het werk aan de gevel onder leiding van Giovanni Pisano, een begenadigd beeldhouwer en architect en de zoon van de beroemde beeldhouwer Nicola Pisano. De drie portalen en en de twee zijtorens dateren uit deze fase.
Giovanni Pisano zorgde ook voor de sculpturale invulling en voorzag de gevel van een verrassende cyclus van gotische beelden die profeten, patriarchen en heidense filosofen voorstellen. Het nauwkeurig iconografisch programma waarin alle figuren de komst van Christus aankondigen is een unicum in de Italiaanse gotische beeldhouwkunst. [12]
Een uitzondering op al deze beeldhouwwerken die de komst van Christus aankondigen, is de architraaf boven het centrale portaal met Episodes uit het leven van de Maagd, patroonheilige van Siena, een origineel werk van Tino di Camaino uit het begin van de veertiende eeuw, en de bustes van de gezegende Sienese Giovanni Colombini, Ambrogio Sansedoni en Andrea Gallerani, uitgehouwen in de timpanen van de gevels door Tommaso Redi (1630) [5]
|
|
|
|
|
|
La parte inferiore della facciata con i tre portali
|
|
Il trigramma di Cristo
|
|
Het centrale portaal van de westgevel van de kathedraal van Siena, detail van de architraaf met Episodes uit het leven van de Maagd, patroonheilige van Siena
|
Alle beelden zijn kopieën. De originele beelden bevinden zich in het Museo dell'Opera del Duomo, waar ook de magistrale Maestà van Duccio is ondergebracht.
Parte superiore
Het werk aan het bovenste deel van de gevel van de kathedraal van Siena werd toevertrouwd aan Camaino di Crescentino (vader van de al genoemde Tino di Camaino), die de werken van 1299 tot 1317 zou leiden.
|
|
|
|
|
|
Duomo di Siena, La parte superiore della facciata
|
|
La parte superiore della facciata del Duomo di Siena |
|
La parte superiore della facciata del Duomo di Siena, la statua dell'angelo
|
Camaino di Crescentino gaf de gevel zijn huidige tricuspidaal uiterlijk4. Een prachtige oculus opent in het midden, omlijst door gotische nissen met de bustes van de apostelen en profeten die hulde brengen aan de Maagd en het Kind, herkenbaar in de bovenste centrale nis (de originelen bevinden zich in het Museo dell'Opera del Duomo) 5. Aan de zijkanten omlijsten twee pilaren deze structuur en eindigen in pinakels en vervolgens in zeer dunne pijlen, die het opwaartse momentum van het gebouw accentueren. Aan de zijkant werden twee loggia's gebouwd, terwijl het geheel wordt bekroond door drie gouden torenspitsen .
|
|
|
|
|
|
La parte superiore della facciata del Duomo di Siena, frontone sinistro con la Presentazione di Maria al Tempio
|
|
Duomo di Siena, frontone centrale della facciata superiore del duomo di Siena con L’Incoronazione della Vergine |
|
La parte superiore della facciata del Duomo di Siena, frontone adestro con la Natività di Gesù
|
Drie grote glasmozaïken in de driehoeken werden in Venetië gemaakt in 1878. Het grootste centrale mozaïek, de Kroning van de maagd Maria, is van Luigi Mussini. De kleinere aan weerszijden, De geboorte van Jezus en Maria in de Tempel, zijn van Alessandro Franchi.
Het interieur van de kathedraal
Het interieur van de kathedraal heeft de vorm van een Latijns kruis met drie schepen. Het interieur staat bekend om het gebruik van donkergroen (Serpentiijn uit Figline di Prato) en wit marmer en om zijn schitterende marmeren vloer.
|
|
Duomo di Siena of Cattedrale di Santa Maria Assunta, interieur [7]
|
De kathedraal van Siena bevat tal van meesterwerken uit elk tijdperk. Een werk dat in veel opzichten uitzonderlijk is, is de pavimento of de vloer, het is "het mooiste ... grootste en meest magnifieke ... dat ooit gemaakt is", aldus Giorgio Vasari.
Il Pavimento, de schitterende mozaïekvloer en de Porta del Cielo |
Vervaardigd door ongeveer veertig kunstenaars en ambachtslieden tussen de 14e en 16e eeuw, variëren de 56 panelen die de mozaïekvloer vormen in grootte en vorm. De meeste hebben een rechthoekige vorm, sommige zijn zeshoekig of een ruitvormig, en werden voornamelijk gerealiseerd door twee verschillende technieken: één die bekend staat als graffito of sgraffito (kleine gaatjes en snijlijnen gemaakt in het marmer en vervolgens gevuld met zwart marmerpoeder en mineraal pek) en de techniek die marmer intarsia wordt genoemd, waarbij stukjes zwart, wit, groen, rood en blauw marmer in elkaar geschoven worden, net zoals hout inlegwerk.
Opvallende namen zijn die van Francesco di Giorgio, Pinturicchio, Sassetta, Neroccio di Bartolomeo de 'Landi, Antonio Federighi, Urbano da Cortona en vooral Domenico Beccafumi, die 35 scènes creëerde die het genre diepgaand zouden vernieuwen. In de laatste uitvoerende fase, de negentiende eeuw, werkte de voorvader van het purisme, Alessandro Franchi nog aan de marmervloer.
De vloer van de duomo is doorgaans bedekt met masonite platen om de taferelen te beschermen. Enkele weken per jaar, doorgaans in september is de vloer in al zijn pracht te bewonderen. Vanuit de koepel heb je een schitterend uitzicht op het volledige grondoppervlak. Een gecombineerd ticket waarin de Porta del Cielo ingegrepen is geeft je toegang tot een uitzonderlijke wandeling op grote hoogte rond de koepel.
La Papessa Giovanna
Langs de omtrek van het middenschip is een kroonlijst met 172 borstbeelden van pausen en 36 borstbeelden van keizers te zien.
De laatste afgebeelde paus is Lucius III, die stierf in 1185. Ook ook een buste van de fictieve vrouwelijke paus Johanna werd hier oorspronkelijk afgebeeld. Later werd haar buste weggehaald en vervangen.
|
|
Siena Duomo, il Pavimento e la Porta del Cielo |
|
Duomo di Siena, i busti dei papi e dei imperatori [11]
Het koor van de kathedraal van Siena wordt bekroond door een lange rij bustes van pausen en keizers, die allemaal uitkijken over het schip en de gelovigen en bezoekers van bovenaf observeren.
|
De bustes zijn gemaakt tussen 1497 en 1502. Ze beginnen met de buste van Christus in het midden van de achterwand van het koor en gaan met de klok mee naar rechts in een chronologisch geordende opeenvolging die begint met Petrus en eindigt waar ze begon, links van de buste van Christus.
De bustes zijn het werk van o.a. Pietro di Giovanni Turini, Lorenzo di Giuseppe, Antonio di Giovanni en Achille di Pietro Brogi die werkten onder de supervisie van de kunstenaar Giovanni di Stefano, zoon van de bekende schilder Sassetta en toenmalig bouwmeester van de Opera Metropolitana del Duomo di Siena [12].
|
|
Detail van het schip boven de bogen, Kathedraal van Siena
|
In de apsis is het houten koor gemaakt tussen 1363 en 1397. Het bestond oorspronkelijk uit 90 koorstoelen. Op de rugleuningen staan werken van Fra Giovanni di Verona, een veelzijdige kunstenaar die vooral herinnerd wordt voor zijn intarsia houtinlegwerk. In het linker dwarsschip is het Piccolomini-altaar dat tussen 1481 en 1485 gebouwd werd door Andrea Bregno. In de nissen van dit altaar staan enkele beelden van Michelangelo. Afgebeeld zijn onder anderen de heiligen Paulus, Petrus, Gregorius en de Pius. In Paolo of Paulus zien we een zelfportret van Michelangelo.
De marmeren fìguren voor het Piccolomini-altaar halen niet altijd het niveau van de Pietà of de Madonna van Brugge. Toch is deze opdracht interessant, omdat Michelangelo in de fìguur van Paulus voor het eerst zichzelf portretteerde. Zo herinneren de platte neus en de krullende lokken van de heilige, maar ook de frons op het voorhoofd en bij de neuswortel, aan de bekende zelfportretten van de kunstenaar, al zijn die van een veel latere datum [3].
De opdrachtgeven voor dit grafmonument was Francesco Todeschini Piccolomini, de latere paus Pius III. Hij wilde niet alleen de politieke en culturele aanwezigheid van de familie Piccolomini in Siena benadrukken, maar ook een begraafplaats voor zichzelf oprichten. Maar kort na zijn benoeming tot paus stierf Todeschini Piccolomini en werd begraven in het Vaticaan. |
|
Fra Giovanni da Verona, Intarsia, koor Duomo, Siena
Michelangelo, San Paolo (detail), Piccolomini-altaar, Siena Duomo
|
Ook de Piccolomini bibliotheek werd door paus Pius III gebouwd.
Deze schitterende renaissancebibliotheek werd rond 1495 gebouwd om de collectie boeken van Pius II (Aeneas Silvius Piccolomini) onder te brengen. Enkele kamers van de voormalige pastorie werden tot éen grote zaal omgebouwd. Een mooi marmeren portaal geeft toegang toe de bibliotheek. Het interieur werd tussen 1502 en 1509 versierd met fresco's van Pinturicchio. De schilder kreeg de opdracht om de bibliotheek te versieren met fresco's die taferelen uit het leven van Pius II uitbeelden. Ze zijn geschilderd in stralende kleuren en worden omringd door klassiek aandoende omlijstingen, die vaak met grotesken beschilderd zijn. In het midden van de zaal staat een marmeren beeld van de drie gratiën. De jonge Raffael werkte een tijd als assistent van Pinturicchio. In het negende tafereel, Pio II canonizza santa Caterina da Siena, schildert Pinruricchio een portret van hen beide.
Lees hier meer over het iconografisch programma van de frescocyclus en de tien scenes uit het leven van Pius II.
|
|
Portale della Libreria Piccolomini del Marrina con l'affresco dell'Incoronazione di Pio III |
Elk fresco verbeeldt een episode uit het leven van Pius. De architectuur is steeds subliem weergegeven en natuur en landschap zijn uiterst realistisch en vernieuwend. We zien Pius in Basel, in Schotland en in Duitsland, we zien zijn verheffing tot kardinaal en kroning tot paus, en we zien hoe hij de mis celebreert bij de heiligverklaring van Catharina van Siena.
|
|
Libreria Piccolomini, met fresco's van Pinturicchio, Siena, Duomo [4]
|
Centraal in de bibliotheek staat een beeld van de drie Gratiën. Het gaat om een Romeinse kopie van een Grieks origineel dat een onderdeel was van Francesco Piccolomini’s privé collectie.
Francesco Todeschini Piccolomini werd op 22 september van dat jaar tot paus gekozen als Pius III. Hij stierf slechts 26 dagen later, op 18 oktober, waardoor het werk en de decoratie van de bibliotheek stopte. Pintoricchio wijdde zich aan andere opdrachten, maar bleef wel in Siena. Hij maakt cartons voor de vloeren van de Duomo, en schilderce fresco's in de Cappella di San Giovanni Battista, ook in de Duomo. Door de luchtvochtigheid werden deze fresco's zwaar beschadigd, en sommige zouden later herschilderd worden.[8]
Boven het portaal van de Libreria Piccolomini schilderde Pinturicchio een scene uit het leven van zijn opdrachtgever, de Incoronazione di Pio III.
|
In de dwarsschepen zijn kapellen met onder andere de Madonna del Votokapel rechts en de Johannes de Doperkapel links met een bronzen beeld van Johannes de Doper gemaakt door Donatello. In het priesterkoor is het hoogaltaar van Baldassarre Peruzzi uit 1532 met een bronzen ciborie van Vecchietta en vier engelen met kandelaars op de plaats waar eerst de Maesta van Duccio stond. Op de consoles staan acht bronzen engelen. |
|
|
De Chigi-kapel of de Cappella della Madonna del Voto |
|
Donatello, Johannes de Doper (dal 1450 al 1457), Cappella di San Giovanni Battista |
De de Cappella della Madonna del Voto (kapel van Onze Lieve Vrouw van de Gelofte), of Cappella Chigiana, ligt symmetrisch met de kapel van Johannes de Doper. De kapel werd gebouwd door de Sienese paus Alexander VII tussen 1659 en 1662 om het paneel van de Madonna del Voto te herbergen, een paneel dat toegeschreven wordt aan Dietisalvi di Speme (circa 1267). Het beeld dat de Sienesen het dierbaarst is wordt vereerd onder de titel Advocata Senensium.
De kapel werd gebouwd in barokstijl door de Duitser Giovan Paolo Schor, naar een ontwerp van Gian Lorenzo Bernini die ook twee sculpturen maakte voor de kapel, Santa Maria Maddalena en San Girolamo. Bernini begon aan de beelden in 1661 en zij werden van Rome naar Siena getransporteerd in 1663. Binnen de kapel, zijn er nog twee sculpturen van kunstenaars uit het atelier van Bernini, een Santa Catherina van Siena door Ercole Ferrata en een Sint Bernardus van Siena door Antonio Raggi.
|
|
Dietisalvi di Speme, Madonna del Voto, Capella Chigi, Siena Duomo
|
|
Gian Lorenzo Bernini, Maria Magdalena en Hiëronymus, Cappella della Madonna del Voto, Siena Duomo [13]
|
Het koor en de apsis
.
|
|
[6]
|
Tot 1506 waren de apsis en het koor verstoken van fresco's en houten kramen en werd het hoogaltaar bezet door de Maestà van Duccio di Buoninsegna, een werk dat nu in het Museo dell'Opera del Duomo kan bewonderd worden[9]. In 1506 begon de arbeider aan het hoofd van de Opera del Duomo, Pandolfo Petrucci, een complex proces van vernieuwing van het eindgebied van de kerk, dat vervolgens werd voortgezet door zijn opvolger Francesco Tolomei. Het houten koor werd verplaatst van onder de koepel naar zijn huidige positie, terwijl in 1532 de preekstoel van Nicola Pisano op zijn huidige positie werd geplaatst. In de jaren dertig van dezelfde eeuw werd ook het hoofdaltaar herbouwd. In 1535-1544 werd de apsis beschilderd, terwijl in de volgende eeuw, precies in 1608-1611, het hele koor werd beschilderd.
De acht bronzen beelden (vier aan elke kant) die de pilaren van het koor sieren, zijn het laatste werk, evenals het enige bepaalde sculpturale werk van de schilder Domenico Beccafumi. Ze werden gebeeldhouwd tussen 1547 en 1551, het jaar van zijn dood, en beelden Angeli cerofori.[64]. [10]
Op de muren van de voorlaatste baai van de twee zijbeuken, aan de zijkanten van de pastorie, staan twee koren tegenover elkaar: de linker ontworpen door Riccio (1550) en de rechter door Antonio di Neri Barili. Ze zijn gemaakt van hout en rusten beide op houten planken. Het koor rechts heeft een balustrade met de kroon ondersteund door groepen van drie kolommen afgewisseld met kleine pilaren. Het koor aan de linkerkant heeft daarentegen een volle borstwering die is versierd met bas-reliëfs op pleinen. Het wordt bekroond door een uitgebreid uitgesneden rooster. Riccio was ook verantwoordelijk voor het ontwerp van de stoel van de aartsbisschop [10] (1567, gemaakt aan het begin van de 20e eeuw), de lessenaar achter het altaar en de residentie.
De twee spitsboogvormige vensters met één lancet van het koor (tegenover elkaar gelegen in de laatste overspanning van de zijbeuken) hebben een volledig diepe rechthoekige spreiding die rijkelijk versierd is met stucwerk bas-reliëfs gemaakt in 1609-1610 door Salvatore en Francesco Berni.
De Crypte van de kathedraal
Onder de kathedraal van Siena bevindt zich de zogenaamde Crypte, versierd met fresco's van een reeks kunstenaars die in de tweede helft van de 13e eeuw in Siena werkzaam waren, zoals Guido da Siena, Dietisalvi di Speme, Guido di Graziano en Rinaldo da Siena.[2] Deze schitterende ruimtes zijn een van de belangrijkste archeologische ontdekkingen in Siena van de laatste jaren.
|
|
|
|
|
|
La cripta del Duomo di Siena
|
|
Scuola senese, affrescchi, 1280 circa
|
|
Scuola senese, Crocifissione, 1280 circa, affresco, Siena, cripta del Duomo
|
De crypte van de kathedraal van Siena is een middeleeuws archeologisch complex dat zich onder de kathedraal bevindt en pas in 1999 is herontdekt. Het bevat een reeks 13e-eeuwse fresco's die enkele decennia nadat ze geschilderd werdens, opgesloten en verzegeld werden, waardoor ze zich vandaag in buitengewoon briljante kleuren presenteren en bijna uniek zijn in de kunstgeschiedenis.
Men gelooft overigens dat er nog een andere crypte in de kathedraal is, de oorspronkelijke crypte die zich onder de koepel bevindt, in kamers die vandaag de dag echter nog steeds niet toegankelijk zijn vanwege het risico van stabiliteitsproblemen.
|
|
[1]
|
Il Museo dell'Opera della Metropolitana, conosciuto anche come Museo dell'Opera del Duomo di Siena,
si trova a fianco della cattedrale.
Museum – Siena Opera della Metropolitana
Piazza Duomo, 8
53100 Siena Tel. +39 (0)577/283048
operaduomo@operaduomo.siena.it
|