|
|
L'Albero della Vita, Ultima cena is een groot fresco van Taddeo Gaddi uit 1355 in de refter van het voormalige klooster van Santa Croce in Firenze.
Taddeo Gaddi (1300-1366) was na de dood van Giotto de belangrijkste Florentijnse schilder, en zou dat zeker nog drie decennia blijven. Volgens Cennino Cennini is Taddeo de peetzoon van Giotto en werkte hij 24 jaar met hem samen. Zijn stijl is minder heroïsch en anekdotischer dan die van Giotto.
In 1332, en misschien eerder al in 1328, werkte hij met Giotto aan de fresco-versiering van Santa Croce. En rond 1340 versierde Gaddi de muren van de refter van Santa Croce en creëerde er een van zijn meest indrukwekkende werken, de Albero della Vita of Levensboom, een Laatste Avondmaal en vier scenes in verband met het kloosterleven en de Franciscaanse heiligen.
Voor de Kruisboom baseerde Taddeo zich op de iconografie van de Levensboom van Pacino di Buonaguida.
L'Albero della Vita, de Levensboom of Kruisboom
Het onderwerp van de Kruisboom is typisch Franciscaans en is geïnspireerd op Lignum Vitae van San Bonaventura da Bagnoregio, een ascetisch boekje met meditaties over het leven van Christus(3). Pacino di Buonaguida volgt het schema van de tekst die verdeeld is in twaalf "takken" of "vruchten" en achtenveertig hoofdstukken of meditaties. Dit schema wordt getrouw weergegeven in de voorstelling van Pacino in de twaalf takken, waaraan telkens vier medaillons hangen, met uitzondering van de laatste rechtsboven die er drie heeft omdat hoofdstuk achtenveertig wordt weergegeven in het cuspide. Elke vrucht of medaillon symboliseert een deugd van Christus die wordt verwoord op een banier die op elke tak is geplaatst.
Taddeo heeft deze voorstelling vereenvoudigd en plaatst de profeten en evangelisten in de medaillons in plaats van de episodes van het leven van Christus.
|
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, (1336-1366 circa) particolari, Basilica di Santa Croce, Firenze [2]
|
We kunnen de cartigli of cartouches van de twaalf profeten in deze volgorde lezen (van links onder, rechts onder naar boven):
I Pedes meos subverterunt et oppresserunt. Iob (Giobbe 30,12)
II Afacie eius contremuit terra moti sunt celi. Yoel (Gioele 2,10)
III Ecce ego mitto angelus meu et preparabi (Malachia 3,1)
IV Ero mors tua ero mors tuus inferne. Osee (Osea 13,14)
V Foderu(n)t manus mea set (sic) pedes meos. Davit (Davide, Salmi 22,17)
VI In monte sion erit salvation[em] et erit santus. Abdias (Abdia 1,17)
VII Quid sunt plage i(n) manuum tuarum. Zacarias (Zaccaria 13,6)
VIII Afacie eius contremuit terra moti sunt cel[i] (Gioele 2,10)
IX Sole nube tegam et luna no(n) dabit lum(en) suu(m). Ezechiel (Ezechiele 32,7)
X Tradidit in mortem anima suam. Isaias (Isaia 53,12)
XI Christus domin(us) capt(us) est in potis [peccatis nostris]. Ieremias (Geremia, Lamentazioni
4,20)
XII Fac s(er)petem eneum et pone eus pro signo (Mosè, Numeri 21,8)
Zoals over het algemeen gebeurt bij deze iconografie, is de epigrafische symboliek van de afbeelding vervolledigt erg rijk. In het tekstvak boven het kruis staat de inscriptie die verwijst naar Christus, Iesus nazarenus rex iudeorum, terwijl iets hoger, boven het pelikanennest, een andere tekst staat met de inscriptie Similis fact (us) sum pellicanus. In het bovenste deel van het schilderij, nog steeds op de centrale as, staat het traditionele citaat van de apocalyptische passage Lignum vitae i (n) medio paradisi afferens fruct (us) XII.
Minder frequent in de monumentale weergave van de Lignum vitae, is de aanwezigheid van de vier evangelisten die een boekrol dragen met citaten uit hun respectievelijke bijbelse teksten:
I Lucas fuit i(n) diebus herodis regis sacerdos quida nomine Sac[arias] (Luca 1,5)
II In princinio (sic) erat verbum et ve(r)bum erat apud deum et deu[s] erat (Giovanni 1,1)
III Initiu(m) eva(n)geli Iesu Christi (Marco 1,1)
IV Liber generationis Iesu Christi (Matteo 1,1).
Aan de voet van de Levensboom schildert Taddeo de figuur van Sint Franciscus die het kruishout omhelst. Ook aan de voet van de boom bevindt zich een bijzondere voorstelling van Bonaventura da Bagnoregio. Zittend, als onderbroken tijdens het mediteren, schrijft hij het begin van zijn verhandeling, waarin de inscriptie O crux frutex salvificus te zien is.
|
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, (particolare con la Vergine sorretta dalle pie donne e san Giovanni
Evangelista, posto sulla sinistra dell'Albero della Vita), Basilica di Santa Croce, Firenze [1]
|
De historische groep met Maria en Johannes wordt links geplaatst. Recente interpretaties hebben gesuggereerd dat de kleine geknielde figuur achter Franciscus Vaggia Manfredi zou zijn, een lid van de Franciscaanse derde orde, en behorend tot de familie Manfredi die de opdrachtgevers waren voor het fresco [4]. De vier wapenschilden van de familie in de rand van het fresco lijken dit te bevestigen.
Rechts de Franciscaanse heiligen met zittend Bonaventura da Bagnoregio, en staand Antonio da Padova, Ludovico da Tolosa, en in het midden Dominicus Guzmán, stichter van de Orde der Predikheren (Dominicanen). Deze orde behoort met onder andere de franciscanen tot de bedelorden. In zijn rechterhand zien we een lelie, symbool van zuiverheid.
|
|
Taddeo Gaddi, Lignum vitae, particolare con sant’Antonio di Padova, san Domenico e san Ludovico di Tolosa, Santa Croce, Firenze [1]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, Ultima scena e quattro scene con miracoli (1336-1366 circa), Basilica di Santa Croce, Firenze |
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, (particolare), Basilica di Santa Croce, Firenze |
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, (particolar di San Bonaventura da Bagnoregio ), Basilica di Santa Croce, Firenze
|
|
|
|
|
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, (1336-1366 circa) particolari, Basilica di Santa Croce, Firenze [2]
|
|
|
|
Museo Santa Croce: Taddeo Gaddi, Albero della Vita, Ultima cena (1336-1366 circa) - Bezoek is betalend, je koopt een ticket voor het volledige complex van Santa Croce.
Piazza di Santa Croce, 30/15
Bekijk hier de openigsuren.
In het museum Museo dell'Opera di Santa Croce, in de tweede kruisgang van de kerk, zijn diverse kunstschatten te zien, o.a.
- de gerestaureerde, crucifix van Cimabue uit 1287-1288
- de gerestaureerde fresco's van Het Laatste Oordeel van Andrea Orcagna
- de fresco's De boom van het Kruis en Het Laatste Avondmaal van Taddeo Gaddi uit 1333
- de illustratie van Legno della vita, een tekst van de franciscaanse heilige Bonaventura, vervaardigd door Taddeo Gaddi
- Saint Louis van Toulouse, (1423-1425), een verguld bronzen beeld van Donatello
Het laatste avondmaal in Firenze | Wandeling langs de mooiste cenacoli in Firenze
|
|
Plattegrond van de Basiliek
Santa Croce in Firenze (N° 2 is het Refettorio) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Antonio Vite e collaboratore, Arbor Vitae, trasfigurazione e miracolo della madonna della neve, 1390-1400 ca., chiesa di San Francesco, Pistoia
|
|
Taddeo Gaddi, Albero della Vita, (1336-1366 circa), Basilica di Santa Croce, Firenze |
|
Andrea Orcagna, Crocifissione e ultima cena, Fondazione Salvatore Romano, (1365), Santo Spirito, Firenze
|
Bibliografie
Anna C. Esmeijer, L'Albero della vita di Taddeo Gaddi. L'esegesi geometrica di un'immagine didattica, Ed.EDAM, 1985.
Damien Wigny, Au coeur de Florence : Itinéraires, monuments, lectures, 1990
Le vite de' più eccellenti pittori, scultori ed architettori, Volume 1, by Giorgio Vasari, Editor G. C. Sansoni, (1906); page 609.
Guida d'Italia, Firenze e provincia ("Guida Rossa"), Edizioni Touring Club Italiano, Milano 2007.
C. Acidini Luchinat e R. C. Proto Pisani (a cura di), La tradizione fiorentina dei Cenacoli, Calenzano (Fi), Scala, 1997, pp. 120 – 122.
A. Labriola, Taddeo Gaddi, voce del Dizionario Biografico degli Italiani, 51, Roma, Istituto della Enciclopedia Italiana, 1998, 168-173.
Ladis, A., ?Taddeo Gaddi Critical reappraisal and catalogue raissonné,? University of Missouri Press, Columbia 1982 66; Borsook, E., ?The mural painters of Tuscany From Cimabue to Andrea del Sarto, Clarendon Press Oxford 1980
Alessandro Simbeni, Gli affreschi di Taddeo Gaddi nel refettorio: programma, committenza e datazione, con una postilla sulla diffusione del modello iconografico del Lignum vitae in Catalogna, in Santa Croce. Oltre le apparenze, [Andrea G. De Marchi, Giacomo Piraz (Publ.)], Gli Ori, 2011
|
|
|
|
|
|
[1] Scanned by Michael Hurst from Florence at the Dawn of the Renaissance, this work is in the public domain.
[2] Foto di Sailko, licenziato in base ai termini della licenza Creative Commons Attribuzione 3.0 Unported.
[3] H. Thode, Franz von Assisi und die Anfänge der Kunst der Renaissance in Italien, Berlin 1885 (19042; trad. it. Francesco d'Assisi e le origini dell'arte del Rinascimento in Italia, a cura di L. Bellosi, Roma 1993).
[4] Andrew Ladis, nella sua monografia dedicata a Taddeo Gaddi, ha proposto di identificare lo stemma, ripetuto per quattro volte all’interno delle cornici che delimitano il Lignum vitae, con quello della famiglia Manfredi. Lo studioso avanzò l’ipotesi che il personaggio potesse essere Vaggia Manfredi, moglie di Filippo Manfredi; questa possibilità è stata esclusa dallo stesso Ladis, il quale riteneva che l’esecuzione del Lignum vitae fosse un’opera degli anni sessanta del Trecento, mentre Vaggia Manfredi risulta essere morta il 10 novembre 1345, data che credo valga come termine ante quem per la sistemazione cronologica degli affreschi, come si preciserà meglio in seguito [Fonte: Alessandro Simbeni, 2011, p. 117].
[4] Alessandro Simbeni, Gli affreschi di Taddeo Gaddi nel refettorio: programma, committenza e datazione, con una postilla sulla diffusione del modello iconografico del Lignum vitae in Catalogna, in Santa Croce. Oltre le apparenze, [Andrea G. De Marchi, Giacomo Piraz (Publ.)], Gli Ori, 2011, p. 115.
|
° This article incorporates material from the Wikipedia article Albero della Vita, Ultima cena e storie sacre, published under the GNU Free Documentation License. |
|
|