De abdij van Monte Oliveto Maggiore, een veertiende-eeuwse benedictijnerabdij is een van de belangrijkste bezienswaardigheden van de Crete Senesi, een emblematische streek tussen Podere Santa Pia en Siena. De abdij ligt diep verscholen in een bosrijk dal onder Chiusure. De prachtige benedictijnerabdij dateert uit de 14de eeuw en wordt nog steeds door enkele monniken bewoond.
De pittoreske ligging van de abdij in het glooiende landschap ten zuidoosten van Siena maken deze abdij tot een verplichte stop voor wie de regio bezoekt. Rond de abdij is het aride landschap van een onwezenlijke schoonheid.
Maar de grootste attractie van de abdij zijn de unieke fresco’s die de Chiostro Grande (de grote kloostergang) sieren, een meesterwerk van Luca Signorelli en Il Sodoma (Giovanni Antonio Bazzi). De wanden zijn er beschilderd met 36 taferelen die het leven verbeelden van de heilige Benedictus van Nursia, stichter van de naar hem genoemde benedictijnerorde.
Deze zevenentwintigste scene werd geschilderd door Luca Signorelli.
De zevenentwintigste scene, Come Benedetto discopre la finzione di Totila, hoe Benedict Totila's bedrog ontdekt
Geweldige compositie in twee scènes, die het fresco in twee horizontale banden verdeelt. In de afbeelding hierboven kijken de ridders uit de escorte van Riggio verbaasd toe.
Op de voorgrond doorziet Benedictus, omringd door een paar monniken, de list die Totila. Het personage van Riggio, gekleed in het harnas van zijn meester, en vergezeld van drie getrouwen van de koning, Vultericus, Rudericus en Blindinus, heft zijn gehandschoende handen op als teken van verrassing of overgave, terwijl de ridders in kleurrijke kostuums die hem escorteren ongelovig toekijken. De scène, die zich afspeelt in een typisch militair kamp van het Cinquecento, is overladen met personages, waarvan de poses en uitdrukkingen op een uitgesproken theatrale manier uitgewerkt zijn.
In het bovenste deel van het fresco rapporteert Riggio aan Totila over zijn bezoek aan Benedictus.
|