Sovana, een gehucht van de comune Sorano, staat bekend als een belangrijk Etruskisch en middeleeuws centrum. De bekendste getuigenissen zijn de Etruskische necropolissen op de heuvels rond Sovana. Het deel dat vandaag de dag bezocht kan worden ligt langs de weg die leidt naar San Martino sul Fiora, en is ook bereikbaar via enkele spectaculaire Vie Cave; dit zijn diep in de tufsteen uitgehouwen wegen die ooit de belangrijkste Etruskische centra in het zuiden van de Toscaanse Maremma met elkaar verbonden. De belangrijkste zijn Il Cavone, de Via Cava di San Sebastiano en de Via Cava di Poggio Prisca.
Op de heuvels ten noorden van de Calesine stroom ligt het mooiste deel van de Necropolis van Sovana. Het gebied van de Necropolis strekt zich hier uit over ongeveer anderhalve kilometer met een bijna ononderbroken rij dado- en semi-dadotombes°°. Prominent zijn enkele monumentale graven met een zuilenfront, een aedicula of met een versierd fronton: in Poggio Prisca de Tomba Pola en de Tomba dei Demoni Alati (graf van de Gevleugelde Demonen), in Poggio Felceto e Tomba IIdebranda en in Poggio Stanziale de Tomba del Tifone.
|
Ze heten Vie Cave, die kronkelige mysterieuze paden die de belangrijkste plaatsen van wat ooit Etrurië was verbonden, diep uitgegraven in de tufsteen ondergrond kunnen ze tot honderden meters lang zijn, en soms een indrukwekkende hoogte bereiken van meer dan twintig meter. We vinden deze karekteristiekeen intrigerende wegen terug in het zuiden van de Toscaanse Maremma. De bekendste comune zijn Pitigliano en Sorano.
Via Cava di Poggio Prisca
De Via Cava di Poggio Prisca bevindt zich op de westelijke flank van de heuvel met dezelfde naam, de rotsachtige helling die de thuisbasis is van een uitgestrekte necropolis en beroemde monumentale graven (Tomba Ildebranda, Tomba Pola en Tomba del Tifone).
De heiligheid van deze plek is duidelijk: meerdere hectaren land worden hier gemarkeerd door een imposant werk van het uithakken van de tufsteen, de graven en hypogea volgen elkaar onophoudelijk op, met werken die variëren van de Archaïsche tot de Hellenistische periode.
Het ongecultiveerde landschap, gehuld in dicht mediterraan struikgewas, omhult de antieke monumenten in een decor van woeste primordialiteit.
De ingang van de Via Cava di Poggio Prisca bevindt zich aan de voet van de heuvel. Je betreedt een donker, cyclopisch pad en staat meteen versteld van de scherpe bochten, die doen denken aan een kronkelige toegang tot de onderwereld of een onverwachte ontmoeting met een terioform wezen uit het Tyrreense pantheon.
Het pad van de insnijding loopt van beneden, flankeert verschillende graven, tot het de middenhelling van de heuvel bereikt, waar het voor de grandioze graftombe Ildebranda langs loopt, er dan achterlangs gaat en hoog op de top van de heuvel eindigt.
Het is moeilijk te zeggen of de Via Cava di Poggio Prisca eerst werd gebouwd en daarna de necropolis of dat het andersom was. De enige zekere gevolgtrekking is dat de contiguïteit van deze twee werken, die hun bestaansreden ontleenden aan de sfeer van heiligheid, niet toevallig was.
Het meest voorkomende type grafmonumenten, in de omgeving van de Via Cava di Poggio Prisca en de andere Vie Cave van Sovana, bestaat uit graven met de klassieke dromos, gerangschikt in rijen, en parallel lopende funeraire gangen.
Necropoli di Sovana
|