|
|
|
|
|
I T |
Niki de Saint Phalle nel Giardino dei Tarocchi, Capalbio [1]
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Niki de Saint Phalle (Neuilly-sur-Seine, 29 oktober 1930 – San Diego, 21 mei 2002), geboren als Catherine Marie-Agnès Fal de Saint Phalle[5], was een Frans-Amerikaanse kunstschilderes en beeldhouwster.
Niki de Saint Phalle geldt als een boegbeeld van het Nouveau Réalisme, de Franse pendant van de angelsaksische Pop Art. Zij verwierf vooral bekendheid door haar vaak reusachtige Nana-beelden. Beroemd is haar mozaïek-techniek die zij voor haar beelden van vooral vrouwen gebruikte. Haar over het algemeen grote beelden met veel ronde en bolle vormen - symbolen van vruchtbaarheid en vitaliteit - kregen daardoor een veelkleurig en speels uiterlijk.
Uit haar werk spreekt een voorliefde voor monsterlijke en mythische figuren, voor gedurfde lijnen en rondingen en vlakke, heldere kleuren; het bestrijden van het stereotiepe beeld van vrouwen als moeders of seksobjecten; Warholiaanse zelfverheerlijking en zelfmythologisering; de weigering van perspectief. Een kwaliteit die door al haar werk loopt zou je een kinderlijke inspiratie of onschuld kunnen noemen: haar werk is speels, rusteloos, dwaas, flamboyant, ongeremd, pervers, vrolijk agressief.
Maar haar beelden worden ook vaak te opzichtig en oppervlakkig genoemd. Dat geldt in hoge mate voor de beelden in de Giardino dei Tarocchi, dat ze zelf beschouwde als haar magnum opus.
Biografie
|
Niki de Saint Phalle werd geboren in een katholiek bankiersgezin als dochter van een Franse vader en een Amerikaanse moeder. Toen ze drie jaar oud was, verhuisde het gezin naar het Amerikaanse New York. Daar bracht ze haar jeugd door en raakte op haar elfde jaar getraumatiseerd als gevolg van seksueel misbruik door haar vader. Haar vader zag haar als het object van zijn verlangen. ‘Ongecontroleerde lust nam de overhand’ schrijft Niki de Saint Phalle in een brief aan haar kleindochter Bloum Cardenas°. Samenleven was niet langer mogelijk. Ze werd door haar ouders in een klooster ondergebracht. Later verwerkte ze deze ervaring in haar surrealistische film Daddy en andere kunstwerken.
Na het verlaten van het klooster werd ze model en trouwde op haar negentiende met de Amerikaanse schrijver Harry Mathews. Ze kregen twee kinderen. Later verliet ze het gezin. In 1951 kwam ze terug naar Parijs en in 1952 begon ze te schilderen.
In 1955 begon haar samenwerking met de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely, met wie ze op 13 juni 1971 trouwde. |
|
Niki de Saint Phalle, Uitgave om de film Daddy te promoten |
Vanaf 1956 creëerde ze haar eerste reliëfs in gips en andere materialen. Aanvankelijk exposeerde ze met veel agressieve collages van gevonden voorwerpen als geweren en pistolen. Geïnspireerd door het feminisme maakt ze assemblages waarin vrouwenrollen worden ontleed. In 1960 werd ze lid van de groep Nouveaux Réalistes. Ze maakte naam als action painter met haar Tirs of schiethappenings, waarbij ze met verf gevulde, op houten panelen bevestigde objecten lek schoot met een jachtgeweer. Het zijn terechtstellingen van haar vader maar ook van de schilderkunst.
Niki slaagde erin om met haar Tirs een wereld te betreden die gereserveerd leek voor mannelijke kunstenaars. Met haar performances kreeg ze de steun van mannen zoals Jean Tinguely of Ponthus Hultén [10]. Ze woonde in die jaren in de Impasse Ronsin in Parijs, een doodlopende steeg die honderd jaar lang een kunstenaarskolonie zou zijn en waar kunstenaars als Brancusi, Joseph Lacasse, Max Ernst, Jasper Johns, Isamu Noguchi, Clarice Rivers en Larry Rivers, Daniel Spoerri, Niki de Saint Phalle en Jean Tinguely een atelier hadden[11].
In 1960 stelde Tinguely haar voor aan Pontus Hultén, de directeur van het Moderna Museet in Stockholm, Zweden. In de komende jaren zou hij haar uitnodigen om deel te nemen aan belangrijke tentoonstellingen zoals Bewogen Beweging en haar kunstwerken voor het museum verwerven. Later zou hij de eerste directeur worden van het Centre Georges Pompidou in Parijs (1974-1981), waar hij een belangrijke rol speelde voor de internationale erkenning van Niki Saint Phalle.
De tentoonstelling Dylaby (Stedelijk Museum, Amsterdam, 1962) werd op uitnodiging van Willem Sandberg door zes kunstenaars ingericht: Jean Tinguely en Daniel Spoerri hadden de leiding, de andere kunstenaars waren Niki de Saint Phalle, Martial Raysse, Per Olof Ultvedt en Robert Rauschenberg.
|
|
Niki de Saint-Phalle, Tir- séance 26 juin, Paris, Impasse Ronsin, 1961 (Jean Tinguely, Niki de Saint-Phalle, en een onbekende man [foto: Shunk-Kender]
Niki de Saint Phalle, Tir, séance 26 juin 1961, Musée d'art moderne et contemporain, MAMAC, Nice
|
|
|
|
|
|
HON – en katedral, (SHE – a cathedral), June 4 – September 4, 1966, Moderna Museet in Stockholm
|
|
Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely and Per Olof Ultvedt, bij de installatie van HON – en katedral, (1966) in het Moderna Museet te Stockholm [Photo: Hans Hammarskiöld] |
HON – en katedral, (1966, Moderna Museet te Stockholm) was een baanbrekend werk. Niki de Saint Phalle's sculptuur neemt er de vorm aan van een reusachtige liggende zwangere vrouw die de toeschouwers langs de vagina konden betreden. HON – en katedral wordt beschouwd als een mijlpaal in de museumgeschiedenis - een gigantisch vrouwenlichaam van zes ton, met een lengte van 26 meter, dat in 1966 bijna uit de kamers van het Moderna Museet in Stockholm barstte.
Les Nanas au pouvoir
In het midden van de jaren zestig presenteerde ze haar versie van de oervrouw, de Nana's. Deze Nanafiguren, expressieve in felle kleuren beschilderde manshoge vrouwenbeelden in polyester, maakten haar wereldberoemd en veroorzaakten ophef in de moderne kunstwereld. In 1966 maakte ze in Stockholm een 27 meter lange liggende Nana, die je via de vagina kon binnenwandelen, HON – en katedral. Als Saint Phalle's eerste architecturale experiment is Hon een duidelijk prototype voor de grootschalige speelhuisjes, grotten en beeldentuinen die haar werk zouden kenmerken[8].Niki zou later in haar Giardino dei Tarrocchi een blijvende Oermoeder creëren, de De Keizerin of L’Imperatrice-Sfing.
In augustus 1967 opende het Stedelijk Museum in Amsterdam de eerste overzichtstentoonstelling van Saint Phalle, Les Nanas au pouvoir. Voor de tentoonstelling creëerde Niki haar eerste Nana Dream House en Nana Fountain en toonde ook plannen voor haar eerste Nana Town.
|
|
Niki de Saint Phalle, 23 augustus 1967, tijdens de installatie van haar eerste museumtentoonstelling, getiteld Les Nanas au pouvoir, in het Stedelijk Museum Amsterdam |
Van 1969 tot 1971 werkte Niki de Saint Phalle aan haar eerste grootschalige architectuurproject, drie kleine sculpturale huizen in opdracht van Rainer von Diez in Zuid-Frankrijk, [7] die ze Le Rêve de l'oiseau (De droom van de vogel) noemde. Het project was een intense samenwerking met Jean Tinguely, en een voorloper van haar latere project in de Tarottuin in Capalbio.
Voor het bouwen van de Golem in Israël, een grote kop, met drie reusachtige rode tongen, wordt Jean Tinguely de assistent van de ontwerper Niki de Saint Phalle. Hij was het die haar als technicus bijstond, geholpen door zijn medewerkers Rico Weber en Paul Wiedemer. Niki gaf dit team bijnaam All Stars Swiss Team en het trio zal ook aanwezig zijn bij de realisatie van het Monster in Knokke Le -Zoute en de beelden in de Tarottuin in Capalbio in het zuiden van Toscane.
Van 1969 tot 1994 speelde Niki de Saint Phalle naast Jean Tinguely een hoofdrol bij de bouw van Le Cyclop van Jean Tinguely, een gigantisch geassembleerd beeld van 22 meter hoog, Het eigenlijke werk aan de monumentale sculptuur in Bois des Pauvres in het Franse Milly-la-Forêt, begon pas in 1971 en werd gerealiseerd door Niki de Saint-Phalle en Jean Tinguely met de medewerking van meer dan vijftien kunstenaars waaronder Eva Aeppli, Bernhard Luginbühlen Daniel Spoerri.
Vanaf 1979 woonde ze in Garavicchio, in het zuiden van Toscane. Daar werkte ze meer dan vijftien jaar aan figuren uit het tarotkaartspel, waarmee ze haar beeldenpark Giardino dei Tarocchi vormgaf. Eerdere omvangrijke projecten – Le Paradis in Stockholm, Golem in Jeruzalem en Dragon in het Belgische Knokke-le-Zoute – ziet ze nadrukkelijk als voorstadia van de tuin in Italië[8].
Ook maakte ze dierenfiguren voor de Ark van Noach in Israël. Na haar eerste film, Daddy, in samenwerking met Peter Whitehead schreef en realiseerde Niki de Saint Phalle nog Camélia et le dragon/Un rêve plus long que la nuit (A Dream Longer Than the Night, Camelia and the Dragon, 1976).
In 1982 werkte Saint Phalle samen met Tinguely aan een 15-delige sculpturale fontein voor het Igor Stravinsky-plein in Parijs. Door de prominente ligging naast het Centre Georges Pompidou zou het een van de bekendste samenwerkingen tussen de twee kunstenaars worden.
Het vele gieten in polyester en plastic en daarmee het voortdurend inademen van giftige dampen speelden haar parten, zodat ze voor haar gezondheid een aantal jaren in Zwitserland verbleef.
Na Tinguely's dood (30 augustus 1991) en het veiligstellen van zijn nalatenschap verhuisde ze naar San Diego in Californië.
In 1994 publiceerde Saint Phalle haar met de hand geïllustreerde en ingekleurde memoires Mon Secret en onthulde haar kindergeschiedenis van seksueel misbruik[6].
Ze overleed daar op 21 mei 2002 na een lang ziekbed op 71-jarige leeftijd.
Il Giardino dei Tarocchi
|
|
Suggestieve beelden in de Giardino dei Tarocchi, Capalbio [3]
|
Het beeldenpark Giardino dei Tarocchi is het magnum opus van Niki de Saint Phalle. Gaudí's invloed opende nieuwe perspectieven en mogelijkheden voor Saint Phalle, het gebruik van ongebruikelijke materialen en objets-trouvés als structurele elementen in beeldhouwwerken en architectuur verbreedt haar perspectief. Niki de Saint Phalle werd in het bijzonder getroffen door Gaudí's Park Güell, dat haar zou inspireren om ooit haar eigen tuinkunstwerk te maken waarin ze artistieke en natuurlijke elementen zou combineren. Haar vriendin Marella Caracciolo, stelt haar in staat haar droom waar te maken en schenkt haar een stuk familiegrond. Op kinderlijke en speelse wijze creeërde de kunstenares 22 sculpturen die los gebaseerd zijn op de 22 figuren van de tarotkaarten, zoals de dood, de kat, de duivel.… De beelden, die allen verschillend zijn in grootte, zijn gedecoreerd met mozaïeken, kleurrijke keramiekfragmenten, stukjes glas en spiegels, en tonen vormelijk een verre gelijkenis met het Parc Guël van Gaudi, het beeldenpark in Bomarzo of het Palais idéal van de postbode Ferdinand Cheval.
De beelden zijn geplaatst in een schitterend decor met waterpartijene en planten. Sommige beelden zijn zo groot dat je er kan binnengaan en kinderen kunnen enkele beelden beklimmen.
De Giardino dei Tarocchi was een toevluchtsoord en een obsessie, een liefdesobject waaraan ook vrienden en andere kunstenaars konden meewerken. Talrijke keramisten, architecten, schilders en beeldhouwers en plaatselijke ambachtslieden droegen bij tot het betoverende park dat in het uiterste zuiden van Toscane het licht zou zien. Haar vriend en partner Jean Tingely realiseerde enkele mooie werken in het park, maar was ook ingenieur en assistent.
De toegang van de Giardino dei Tarocchi vertrouwde ze toe aan architect Mario Botta. Hij bouwde een dubbele tufstenen omheiningsmuur met een enkele grote cirkelvormige toegangspoort in het midden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bibliografie
Sinister plezier, hoe het labyrint ons voorbereidde op het postinternet tijdperk - Features - Metropolis M | www.metropolism.com
Het symposium Lose Yourself! – A symposium on Labyrinthine Exhibitions as Curatorial Model plaats bij het Stedelijk Museum te Amsterdam. Centraal stonden de iconische tentoonstellingen Dylaby in het Stedelijk Museum Amsterdam (1962) en Hon, en katedral (She – a Cathedral) in het Moderna Museet Stockholm (1966).
Cyrille Offermans, Garavicchio – of all places. De droomtuin van Niki de Saint-Phalle, Raster #46, 1989
Het zesenveertigste nummer van het legendarische tijdschrift RASTER, is volledig aan kitsch gewijd. In dit temanummer laat Cyrille Offermans zich terecht kritisch uit over de 'droomtuin van Niki de Saint-Phalle'. Na de eerste overweldigende indruk ontstaat een gevoel van teleurstelling. De vergelijking met die andere droomtuin in Bomarzo valt in het voordeel uit van die laatste.
Lidija Haas, Niki de Saint Phalle, London Review of Books, Vol. 43 No. 16 · 12 August 2021 | www.lrb.co.uk
Niki de Saint Phalle, Mon secret, Parijs: La Différence, 1994.ISBN 978-2729109783.
Numa Hambursin, Niki de Saint Phalle : L'ombre et la lumière / Shadow and light, Paris, In Fine éditions d'art, 2019
Élisabeth Reynaud, Niki de Saint Phalle : Il faut faire saigner la peinture !, Paris, Éditions Écriture, 17 septembre 2014
Eléonore Duchêne, Niki de Saint Phalle et Jean Tinguely. Les Bonnie & Clyde de l'art contemporain, 2014, Niki de Saint Phalle au Grand Palais, Paris | www.academia.edu
°Brief waarin Niki de Saint Phalle haar afgrijselijke jeugd beschrijft voor het eerst volledig gepubliceerd | De Volkskrant
Voor het eerst is de hele brief te lezen die Niki de Saint Phalle schreef aan haar kleindochter Bloum Cardenas, in het tijdschrift See All This. De inhoud is tragisch, De Saint Phalle schrijft over haar ongelukkige jeugd en het seksueel misbruik door haar vader. De hele, nooit eerder gepubliceerde brief lees je in See All This magazine #15.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Le Cyclop de Jean Tinguely (Milly-la-Forêt)
|
|
|
|
Le Cyclop de Jean Tinguely (Milly-la-Forêt). Conduit d'aération du Centre Pompidou, donné à Jean Tinguely par Pontus Hulten. Rechts zien we La Colonne (1992) van Niki de Saint Phalle, bedekt met keramiek en spiegels, en de 23 m rood-witte meter van Jean-Pierre Raynaud (1973) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Capalbio, Gallerìa fotogràfica Giardino dei Tarocchi
|
|
|
|
|
|
|
|
Niki de Saint Phalle, La Papessa (particolare), Giardino dei Tarocchi, Garavicchio (Capalbio) |
|
Niki de Saint Phalle, Il mago (particolare), Giardino dei Tarocchi, Capalbio
|
|
Niki de Saint Phalle, La Torre di Babele, Giardino dei Tarocchi, Capalbio
|
|
|
|
|
|
Niki de Saint-Phalle, Giardino dei Tarocchi
|
|
Niki de Saint Phalle, Il Sole, Giardino dei Tarocchi, Capalbio
|
|
Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Capalbio |
|
|
|
|
|
Niki de Saint Phalle, L’Imperatore, Giardino dei Tarocchi, Capalbio
|
|
Niki de Saint Phalle, Il Papa (particolare), Giardino dei Tarocchi, Capalbio
|
|
Niki de Saint Phalle, L’Impiccato (particolare), Giardino dei Tarocchi, Capalbio
|
Tuscan Maremma | Tuscan Holiday houses | Podere Santa Pia
|
|
|
|
|
|
|
|
Colline sotto Podere Santa Pia
|
|
Podere Santa Pia, terrazza |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A Monster in Belgium – The Dragon of Knokke | /nikidesaintphalle.org
Niki de Saint Phalle | Officiële website
Officiële websites Giardino dei Tarocchi | Versies in Italiaans, Engels, Duits en Frans
Laurent Condominas, official photographer | Photographies of Niki de Saint-Palle |
Regio Grosseto | Il Giardino dei Tarocchi di Niki de Saint Phalle
Beth Kearney, L'Art féministe de Niki de Saint Phalle, Dire, 2018 | www.academia.edu
Annika Öhrner, Niki de Saint Phalle Playing with the Feminine in the Male Factory: HON – en katedral | www.stedelijkstudies.com
Traveling in Tuscany | Il parco dei Mostri di Bomarzo
[1] Photo by © Image courtesy of II Fondazione Giardino dei Tarocchi
[2] De groep Nouveau réalisme werd officieel opgericht op 27 oktober1960 en bestond uit Armand Fernandez (bekend als: Arman), François Dufrêne, Raymond Hains, Jacques Villeglé, Wolf Vostell, Yves Klein, Martial Raysse, Daniel Spoerri, Jean Tinguely, Mimmo Rotella, en César Baldaccini (bekend als: César). Niki de Saint Phalle en Christo sloten zich later aan bij deze groep.
[3] Foto di Simone Ramella, licenziato in base ai termini della licenza Creative CommonsAttribution 2.0 Generic (CC BY 2.0).
[4] Fok, Kevin. "Biografia of Niki de Saint Phalle". Civil and Municipal Affairs Bureau of Macao
[5] Catherine Marie-Agnès Fal de Saint Phalle. Encyclopaedia Britannica.
[6] J'ai écrit ce livre d'abord pour moi-même, pour tenter de me délivrer enfin de ce viol qui a joué un rôle si déterminant dans ma vie. Je suis une rescapée de la mort, j'avais besoin de laisser la petite fille en moi parler enfin… J'ai longtemps pensé que j'étais une exception, ce qui m'isolait encore plus ; aujourd'hui j'ai pu parler à d'autres vistimes d'un viol : les effets calamiteux sont tous les mêmes : désespoir, honte, humiliation, angoisse, suicide, maladie, folie, etc. Le scandale a enfin éclaté ; tous les jours des révélations jaillissent sur ce secret si jalousement gardé pendant des siècles : le viol d'une multitude d'enfants, filles ou garçons, par un père, un grand-père, un voisin, un professeur, un prêtre, etc. Après le Secret j'ai l'intention d'écrire un autre livre adressé aux enfants, afin de leur apprendre à se protéger : parce que l'éducation qu'on leur donne les laisse sans défense contre l'adulte…" Niki de Saint Phalle, Mon secret (in French). Paris: La Différence. ISBN 978-2729109783].
[7] "Monograph Bio – Niki de Saint Phalle" (PDF).
[8] Cyrille Offermans, Garavicchio – of all places. De droomtuin van Niki de Saint-Phalle, Raster #46, 1989
[9] Lidija Haas, Niki de Saint Phalle, London Review of Books, Vol. 43 No. 16 · 12 August 2021 |www.lrb.co.uk
[10] Si Niki a réussi « à envahir, la fleur au fusil, un espace public réservé aux hommes artistes et architectes […], avec ses Tirs, il lui aura fallu le soutien d'hommes féministes comme Jean Tinguely ou Ponthus Hultén pour s'aventurer dans le domaine de la sculpture publique à une époque où seule Barbara Hepworth s'était lancée sans être ni féminine, ni féministe. Or ce sont ces deux attributs qui caractérisent la véritable innovation de Niki de Saint Phalle dans l'histoire de l'art. » [In Collectif Grand Palais (dir.), Niki de Saint Phalle : 1930-2002, Paris, RMN, 2014, p. 367 (ISBN 978-2-7118-6151-4), catalogus opgesteld ter gelegenheid van tentoonstellingen in het Grand Palais in Parijs en in het Guggenheim Museum (Bilbao) met medewerking van de Niki Charitable Art Foundation van Santee (Californië).
[11] Impasse Ronsin bestond tussen 1886 en 1971 als kunstenaarskolonie in de Parijse wijk Montparnasse. De ingang bevond zich in de rue de Vaugirard, tussen nummer 150 en 152. Aanvankelijk woonden er slechts enkele kunstenaars in de huizen aan de rechterkant van de straat, tot het einde van de negentiende eeuw toen de Franse beeldhouwer Alfred Boucher op nummer 11 een dertigtal studio's bouwde die toen door kunstenaars van over de hele wereld werden gebruikt. Tot de Tweede Wereldoorlog woonden en werkten er altijd zo'n dertig mensen in de steeg. Vanaf 1942, na de uitbreiding van het nabijgelegen Hôpital Necker, nam het aantal inwoners gestaag af.
De meest prominente inwoner, die er ook het langst verbleef, was de Roemeense beeldhouwer Constantin Brâncusi. Hij woonde en werkte in de Impasse Ronsin van 1916 tot aan zijn dood in 1957. Bij zijn overlijden had hij vijf met elkaar verbonden atelierruimtes. De ruimtes werden een blijvend monument voor zijn kunst en voor de kunstenaarskolonie. Op het plein voor het Centre Pompidou is een mooie reconstructie van het atelier van Brâncusi te bezichtigen. [Impasse Ronsin – Murder, Love and Art in the Hearth of Paris, Museum Tinguely, Basel, Kehrer Verlag 2020]
|
Questo articolo è basato parzialmente sull'articolo Niki de Saint Phalle dell' enciclopedia Wikipedia ed è rilasciato sotto i termini della GNU Free Documentation License.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|