De baden van Petriolo waren al sinds de Romeinse tijd bekend, zozeer zelfs dat ze in een redevoering door Cicero en in een epigram van Martial genoemd werden. In het gebied zijn enkele Etruskische en Romeinse overblijfselen gevonden. Het huidige gebouw dateert echter uit de dertiende eeuw.
Hier, aan de oevers van de Farma werd aan het begin van de dertiende eeuw, het eerste gemetselde thermisch complex gebouwd, tegenover de noordelijke oever van de Farma. De structuur heeft een versterkt aanzicht, met massieve stenen muurstructuren en een loggia. Al tijdens de Renaissance kregen de thermale baden aanzienlijk aanzien, zozeer zelfs dat sommige karakters van de Medici en Gonzaga familie [1] (waaronder Alessandro Gonzaga, die aan rachitis leed [2]). In de 15e eeuw bracht paus Pius II tussen 1460 en 1464 verschillende keren een bezoek aan de thermale baden. Een gedenksteen herrinnert haan deze gebeurtenis.
De thermale baden raakten in verval tot de 16e eeuw, toen Santa Maria della Scala uit Siena het beheer overnam en in 1648 aan de familie Cospi overdroeg. In 1713 werd het merendeel van de slecht bewaarde vestingwerken afgebroken door Santa Maria della Scala. De moderne thermische voorzieningen zijn ontstaan ?in het begin van de 20e eeuw en werden in 2000 uitgebreid.
Door de aanleg van de SS 223 die Civitella Paganico met Siena verbindt, kwam de mooie ligging van de termen onder druk. De warmwaterbronnen lijken wel onder een dubbele brug te liggen, de sereniteit en schoonheid van weleer is ver te zoeken.
Door het volkse karakter proef je hier wel het authentieke Italiaanse leven.
Met zijn stomend hete water in de bovenste rij zwempoelen is het op een ijzige koude winterochtend een favoriet van vele Italianen. De Farma-rivier loopt vlak naast de warmwaterbronnen.
Andere warmwaterbronnen in het zuidn van Toscane zijn Saturnia, Bagno Vignoni en Bagno San Filippo.
Note
.
Massimo Marocchi, I Gonzaga di Castiglione delle Stiviere. Vicende pubbliche e private del casato di San Luigi, Verona, 1990.
|