In het midden van de 16e eeuw werd Montorgiali een deel van het grondgebied van het Groothertogdom van Toscane, dat vanaf dat moment zijn lotgevallen volgde.
De overdracht van Montorgiali, in de 16e eeuw, aan de heerlijkheid van de Medici, die weinig belangstelling hadden voor de ontwikkeling van dit gebied, leidde tot het verval van de stad, die daarentegen onder de heerschappij van Lotharingen in de 19e eeuw weer tot bloei kwam. Toen Montorgiali werd opgenomen in het Groothertogdom Toscane, vond er namelijk een nieuwe agrarische ontwikkeling plaats met het "appresellamento" (vandaar de naam van het plaatsje Preselle) van het grondgebied in kleine boerderijen. Er werden ook nieuwe centra gevormd, zoals Bivio di Montorgiali en Pancole
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
[2].
Monumenti e luoghi d'interesse
De kerk van San Biagio, gelegen aan de linkerkant van het kasteel, werd gebouwd in de middeleeuwen en verbouwd in de barokperiode.
Het San Giorgio-heiligdom, dat buiten het dorp langs de weg naar Polveraia ligt, was oorspronkelijk een landelijke parochiekerk, die eerst in een kluizenaarshut en vervolgens in een heiligdom werd omgevormd. Ook nu nog is het de eindbestemming van een suggestieve paardrijtocht die op de dag van de heiligenfeesten wordt gehouden.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
De cultus van de heilige verspreidde zich rond de vijfde eeuw en hij wordt vereerd in de christelijke tradities van zowel het Westen als het Oosten, terwijl hij in de islamitische hagiografie de titel van 'profeet' heeft [3].
Er zijn geen historische gegevens over Sint-Joris bekend. De enige bron waarin hij wordt genoemd is een verzameling legenden over heiligen, de Legenda aurea. Daarin zijn meerdere verhalen uit de Griekse mythologie in een aangepaste vorm herverteld waarbij een - al dan niet werkelijk bestaande - christen de rol van de Griekse held overneemt. In de Griekse mythen komen diverse draken voor en één ervan wordt door Perseus verslagen. De in 1260 gepubliceerde Legenda aurea is de oudste bron waarin Joris met een draak in verbinding wordt gebracht.
Sint-Joris zou tussen 275 en 285 n.Chr. geboren zijn in een christelijke familie in Lod in de toenmalige Romeinse provincie Syria Palaestina. Zijn vader kwam uit Cappadocië, zijn moeder uit Palestina. Zijn vader, een officier in het leger, stierf toen Joris nog jong was. Als volwassene werd Joris militair en hij bracht het tot officier in het leger van Diocletianus. Toen deze een decreet uitvaardigde waarin de vervolging van christenen werd bevolen, weigerde Joris aan de vervolging deel te nemen, en verklaarde hij zelf christen te zijn. Hierop liet Diocletianus hem vermoorden.
Over het veronderstelde leven van Joris doet de Legenda Aurea verder geen mededelingen[5].
Het kleine dorpje Montorgiali heeft zich de legende van Sint Joris toegeëigend. Een mooie korte wandeling, Anello Montorgiali - Santuario San Giorgio - Ponte del Diavolo, verbindt het dorp met het Santuario di San Giorgio en de Fosse Inferno waar de mythische draak gedood werd.
Architetture militari
Castello di Montorgiali, dat in de Middeleeuwen werd gebouwd op een heuvel die boven het dorpje uittorent, heeft vandaag de dag nog steeds het imposente uiterlijk van een middeleeuwse vesting. Hoewel het is verbouwd tot woning, heeft het zijn oorspronkelijke muurstructuren behouden. Toegang was mogelijk via twee poorten.
|