Sovana is niet alleen een suggestief middeleeuws dorp, het is ook één van de belangrijkste sites voor de documentatie van de Etruskische funeraire architectuur.  De Etruskische necropolis van Sovana is verdeeld in twee gebieden, die op ongeveer 200 meter afstand van elkaar liggen. Het eerste omvat de Via cava del Cavone en beroemde graftombes zoals de Tomba del Tifone en de Tomba Ildebranda. Het tweede gebied omvat de Via cava di San Sebastiano, de Sopra Ripa necropolis en de monumentale Tomba della Sirena.

De charme en suggestie van deze plek worden ook gevoed door de aanwezigheid van talloze Vie Cave. Deze smalle en kronkelende paden werden door de Etrusken uitgegraven in het vulkanisch gesteente. De Via de Cavone is ondergedompeld in dichte vegetatie, de steile wanden reiken er tot 20 meter hoog.

De necropolis van Sovana ligt op slechts een kilometer van het kleine middeleeuwse dorp in de richting van San Martino sul Fiora. Het meest indrukwekkende deel van de Etruskische necropolis ligt op de heuvels ten noorden van de Calesine-stroom, waar je de monumentale graven kan bereiken van de necropoli di Poggio Prisca en de Tomba Pola, en de necropolis van Poggio Felceto met de bereoemde Ildebranda-tombe die haar naam ontleent aan de illustere burger van Sovana en de latere paus Gregorius VII.

Aan de linkerkant bevindt zich het fronton dat zich oorspronkelijk op het bovenste deel van het graf bevond en een gevleugelde zeedemon voorstelt en die identificeerbaar is als Scylla, een zeemonster uit de Griekse mythologie, of Triton, een zeegod met het bovenlijf van een man en het achterlijf van een vis terwijl aan de rechterkant tussen de andere sculpturale blokken een gevleugelde demon is geïdentificeerd met Vanth. een alwetende en boodschapper van de dood.