Tussen Siena en Grosseto ligt in een prachtig natuurgebied een natuurlijke waterpoel die je bereikt via een mooie wandelroute door de bossen. Je zwemt er tussen watervallen en reusachtige door het water gevormde rotsen, de Canaloni.
De Val di Merse strekt zich uit langs de loop van de gelijknamige rivier in het zuidwestelijke deel van de provincie Siena, en omvat de comune Chiusdino, Monticiano, Murlo en Sovicille.
De Terme di Petriolo (of wamwaterbaden van Petriolo) zijn een van de bekende Toscaanse thermale warmwaterbronnen. Maar de rivier heeft meer te bieden. In de buurt van Torniella heeft eeuwenlange erosie een mooie waterval gecreëerd, en een aantal mooie waterpoelen. Je kan naar de rotsen wandelen vanuit Torniella, Castello del Belagaio of vanuit Scalvaia. Je wandelt of waadt een tijdlang langs de rivier voor je I Canaloni en enkele idylische zwemplekken bereikt. Het is heertlijk zwemmen tussen de Marmitte dei Giganti, imposante witte rotsen, die in de loop van miljoenen jaren door het stromende water zijn gevormd. De naam canaloni of geulen, is waarschijnlijk te danken aan de aanwezigheid van talrijke diepe insnijdingen die in de loop van miljoenen jaren door watererosie zijn ontstaan in het zeer harde kwartsgesteente.
Tijdens de zomermaanden kan het er erg druk zijn, juni en september zijn voor deze wandeling ideaal. Deze magische plekken zijn erg populair bij Italianen. Kies dus een goed moment en vermijd ook weekends en feestdagen.Tijdens de wintermaanden stroomt het water rijkelijk tussen rotsen en watervallen.
Voorbij de prachtig geërodeerde rotsformaties wandel je langs de Farma verder stroomopwaarts tot de ruïnes van de oude ijzergieterij, de Ferriera di Ruota. In het water is een damopgeworpen (op de kaart Diga della Ferriera) om de ijzergietrreij van water te voorzien. Je ziet nog de opening van de oude tunnel.
Ook hier kan je goed zwemmen.
Iets voorbij de bocht is er stroomopwaarts een doorwaadbere plaats, en begint het pad naar het kasteel van Belagaio.
je kan ook kiezen voor een cirkelwandeling en door de bossen terugkeren naar Scalvaia. Er is
een goed restaurant, La Capanna.
|
Il molino e la ferriera di Torniella
Al sinds de oudheid werd er in de vallei van de Farma metaal ontgonnen en verwerkt. Bij de heropleving tussen de 15e en de 16e eeuw was er een algemene toename van de ijzermijnbouw, hoewel de aanwezigheid van het erts in deze streek niet is aangetoond.
Het is vooral in het gebied van Torniella, langs de loop van het bekken van de Farma, aan de weg die bekend staat als delle ferriere, dat vanaf die tijd talrijke structuren voor de ijzerbewerking werden aangeplant.
Het ijzer dat hier werd verwerkt, was hoofdzakelijk afkomstig van het eiland Elba, waar zelfs in de oudheid niet in de behoeften van de ijzer- en staalindustrie kon worden voorzien door een tekort aan hout en waterwegen. In deze periode dus, na de plaatselijke koperhoudende aders te hebben verlaten mondat die niet meer rendabel waren,verschoof de economische belangstelling naar gebieden die enkele zeer gunstige kenmerken vertoonden voor de verwerking van ijzer en staal, zoals de aanwezigheid van kastanjebomen, een houtsoort die bijzonder geschikt is voor de verwerking van ijzererts, en de overvloed aan waterlopen (deFarma en haar zijrivieren).
Een van de interessantste complexen is ongetwijfeld dat in de buurt van Torniella. Hier kunnen verschillende bouwwerken worden onderscheiden, waaronder een zeer goed bewaard gebleven molen die gebouwd werd rond het midden van de 13e eeuw. De ijzerfabriek is een recentere constructie en wordt pas voor het eerst genoemd in het begin van de 17e eeuw, maar blijkt al tweehonderd jaar eerder actief te zijn geweest.
De molen was lange tijd eigendom van de familie Bulgarini (van de 16e tot de 19e eeuw) en was in ieder geval actief tot het einde van de 19e eeuw (de molen werd in het midden va de 20e eeuw verlaten waarna hij in verval raakte, tot de zeer recente restauratiewerkzaamheden door Andrea Cuccia. Nu wordt de ijzerfabriek met de aangebouwde molen en het "arbeidershuisje" (dat nu wordt gerestaureerd, een secundair lichaam dat als opslagplaats, opslagplaats en rustruimte wordt gebruikt) gepresenteerd als een klein museum, een herinnering aan een activiteit die altijd kenmerkend is geweest voor dit gebied.
|