San Gimignano, la città delle Torri, ricostruzione della città medievale [1]
San Gimignano | Medina Lasansky, San Gimignano’s Fascist Redesign, the politically-influenced redesign of the famed towers of San Gimigano
Waarschijnlijk beseffen maar weinig bezoekers van San Gimignano dat de stad werd heringericht door het fascistische regime onder Mussolini. In haar essay San Gimignano’s Fascist Redesign, the politically-influenced redesign of the famed towers of San Gimigano betoogt D. Medina Lasansky dat San Gimignanio in de jaren '30 van vorige eeuw gehermodelleerd werd omwille van ideologische doeleinden. De missie van het Italiaanse fascisme bestond erin een nieuwe en aparte nationale identiteit, de italianità, te creëren en legde daarbij grote nadruk op de medioevo, waarmee de middeleeuwen en de renaissance bedoeld werden. Als onderdeel van dit proces werden stedelijke infrastructuur en monumenten zorgvuldig herwerkt voor het grote publiek. San Gimignano’s Fascist Redesign is Lasansky's casestudy van deze fascistische modellering naar middeleeuws model, onder invloed van een steeds racistischer visie op de Italiaanse cultuur. Het historisch toerisme in de Toscaanse steden en musea was de sleutel tot wat zij noemt de etnische zuivering door architectuur. Toen Italië in 1938 de door de nazi's geïnspireerde rassenwetten invoerde, 'voelde het publiek zich comfortabel bij het idee van één enkele, pure, eenvoudige Italiaanse cultuur, die geworteld was in de middeleeuwse cultuur'.
Lasansky daagt de notie van historisch behoud van cultureel erfgoed uit door zich af te vragen wie het behoudt, wie het uitvoert en waarom. Er is altijd een aspect van politisering geweest in dergelijke inspanningen, merkt ze op, al vanaf de oudheid. Ze dwingt de lezer tot een kritischer kijk op de historische opvattingen over de renaissance zelf, die nu al bijna een eeuw wordt gezien door de lens van wat fascistische architecten en historici ermee hebben gedaan. De titel van haar boek uit 2005, The renaissance Perfected: Architecture, Spectacle, and Tourism in Fascist Italy (Penn State University Press) vat haar stelling en de uitdaging die ze zich stelt mooi samen.
Film, Istituto Luce Cinecittà
Een van de hulpmiddelen die het regime inzette om deze italianità met Toscaans wortels te promoten was film. In 1937 werd Cinecittà, een filmstudio in Rome, ingehuldigd. Bij die gelegenheid verklaarde Mussolini dat cinema het sterkste wapen van het regime was[3].
In haar
essay Towers and Tourists. The cinematic city of San Gimignano analyseert Lasansky hoe het fascisme het medium film inhoudelijk en vormelijk naar haar hand zette om het patriottisme aan te wakkeren en de kracht en vindingrijkheid van het fascistische regime en van het Italiaanse popolo te illustreren. 'Film was an important tool for staging history and eventually establishing a sense of historical amnesia.'
L'apparato scenografico, con gigantografia di Mussolini e scritta propagandistica, allestito per la cerimonia di fondazione della nuova sede dell'Istituto Luce, nel 1937 (Istituto Luce)
In 1934 werd het toezicht op de filmproductie onder de controle van het Ministerie van Pers en Propaganda geplaatst. In 1937 werd in Rome Cinecittà ingehuldigd. Mussolini's uitspraak dat "cinema het sterkste wapen van het regime was, werd op de openingsdag op de muur van de LUCE studio aangebracht: La cinematografia è l'arma più forte.
Elk jaar werden honderden LUCE documentaires gedraaid, over onderwerpen variërend van de juiste opvoeding van kinderen tot de koloniale expansie in Oost-Afrika. En het Toscaanse platteland en de Toscaanse steden waren zeer geschikt om de Italiaanse identiteit, de italianità te definiëren[2].
San Gimignano dalle belle torri , 1941
San Gimignano dalle belle torri, 1941. Regie: Raffaello Pacini. Istituto Nazionale Luce[4]
De zwart-witfilm met de titel San Gimignano dalle belle torri (San Gimignano van de mooie torens) werd geregisseerd door Raffaello Pacidi en geproduceerd door LUCE, het cinematografische instituut van het fascistische regime dat in Rome was gevestigd. Belle torri was een van de vele documentaires die tussen eind jaren '20 en begin jaren '40 in Italiaanse steden werden opgenomen. Deze korte films, van vijf tot tien minuten, werden verspreid onder commerciële bioscopen in het hele land en werden, zoals de wet voorscheef, vertoond voorafgaand aan elke filmvoorstelling in elke openbare bioscoop. Als gevolg daarvan waren ze een vertrouwd onderdeel van de filmervaring uit die tijd[2].
Medina Lasansky:
«
Belle torri was a part of the media campaign designed to represent the medieval Tuscan countryside as the repository of the genius of the Italian people. By 1941, the cultural icons and historical figures celebrated in the film conformed to an easily recognizable cultural vocabulary for the contemporary film-going audience. The cinematic portrayal of the town's glorious medieval past was comfortably familiar to the period audience. It resonated with many PNF projects and philosophies. More simply, the idyllic representation of a pristine medieval town provided the opportunity to recast the present in the past. This hybrid meaning would have been readily apparent to the movie audience in 1941.»[2]
Het fascistische regime beschouwde het middeleeuwse Toscane als een ideaal voorbeeld van de inheemse cultuur en de Italiaanse geest, de italianitą. Steden als San Gimignano, die in hun historische middeleeuwse staat konden worden bezocht, werden gepresenteerd als plaatsen waar nog een onaangetast Italiaans karakter kon worden gevonden.
De locaties en scènes die in San Gimignano werden gefilmd, werden selectief gekozen om aan te sluiten bij het beleid, variërend van de ontwikkeling van stedelijke infrastructuur tot de bevordering van plattelandsemigratie. Tegelijk werden de raciale en gendergrenzen duidelijk omlijnd en versterkt [4].
Medina Lasansky:
«Whether films such as Belle torri explicitly reminded the viewer of modern achievements or more subtly inspired pride and confidence in modern projects by claiming that they were inherited traditions, the medieval past was exploited as a means of establishing a precedent and sense of legitimacy for the present.»[2]
Natuurlijk was dit idee van culturele continuïteit kunstmatig geconstrueerd. Het werd niet alleen geforceerd door de cinematografie, maar het werd ook benadrukt door een reeks wederopbouw- en restauratieprojecten die in de jaren '20 en '30 werden ondernomen. Om een gevoel van italianità te promoten, moedigde de fascistische regering steden als San Gimignano aan om hun historische centra te "vermiddeleeuwsen" door gebouwen en ruimtes te restaureren naar hun zogenaamde 'originele' en 'oorspronkelijke' vorm. In San Gimignano lijkt de Loggia naast het Palazzo Comunale een oorspronkelijk renaissance-monument, maar het gebouw werd ontworpen door Egisto Bellini en voltooid in 1936, en kreeg de naam Loggia del Popolo. De Porta San Giovanni werd 'bevrijd' van de zeventiende-eeuwse kerk van Madonna dei Lumi, die tegen de noordzijde ervan was gebouwd. Alle sporen van de barok werden zo goed als mogelijk uit de oude stad verwijderd. De barok werd gezien als buitenlands en vrouwelijk in tegenstelling tot de medioevo, die niet alleen werd geprezen als inheems maar ook als uitgesproken mannelijk, met zijn imposante stadhuizen, viriele torens, en formidabele condottieri[2].
San Gimignano, città delle torri, galleria fotografica
San Gimignano, galleria fotografica
San Gimignano, Manhattan mediaevo
San Gimignano, città delle torri
Medina Lasansky, Towers and Tourists. The cinematic city of San gimignano, in Claudia Lazzaro, Roger J. Crum, Donatello Among the Blackshirts: History and Modernity in the Visual Culture of Fascist Italy, Cornell University Press, 2005.
D. Medina Lasansky, San Gimignano’s Fascist Redesign - The politically-influenced redesign of the famed towers of San Gimigano. Journal of the Society of Architectural Historians (2004) 63 (3): 320–353.
From the preface of D. Medina Lasansky, The Renaissance Perfected. Architecture, Spectacle, and Tourism in Fascist Italy, University Park: Pennsylvania State University Press, 2004.
[1] Photo by Przemek P, licensed under the Attribution 2.0 Generic(CC BY 2.0) license. This image has been originally created for use in Die schwierigsten Rätsel über die Geschichte Italiens at globalquiz.org. It has been released under the CC-BY 2.0 Generic license by its author, Przemek P. [2] Medina Lasansky, Towers and Tourists. The cinematic city of San Gimignano, in Claudia Lazzaro, Roger J. Crum, Donatello Among the Blackshirts: History and Modernity in the Visual Culture of Fascist Italy, Cornell University Press, 2005. [3] San Gimignano dalle belle torri - Archivio storico Istituto Luce | www.patrimonio.archivioluce.com/luce [4] Het Istituto Nazionale Luce ((L'Unione Cinematografica Educativa) was een machtig propaganda-instrument van het fascistische regime, en de oudste openbare instelling voor educatieve en informatieve filmuitzendingen in de wereld.
Aan de oorsprong van de oprichting van het LUCE-instituut ligt een kleine particuliere filmmaatschappij die werd opgericht door de journalist Luciano De Feo met als doel de ontwikkeling van het onderwijs van de ongeletterde Italiaanse bevolking door middel van beelden (vandaar het acroniem LUCE, wat L'Unione Cinematografica Educativa betekent).
In 1927 werd de Cinegiornale Giornale LUCE in het leven geroepen, die verplicht in alle bioscopen in Italië moest worden vertoond voordat films werden afgespeeld. In Italië kan de Cinegiornali LUCE beschouwd worden als de voorloper van het televisiejournaal.
Sinds de naoorlogse periode heeft het Istituto LUCE meegewerkt aan de produktie van talrijke documentaires en films, geregisseerd door o.a. Pupi Avati, Marco Bellocchio, Claude Chabrol, Liliana Cavani, Mario Monicelli, Ermanno Olmi en Ettore Scola.
The property of Podere Santa Pia lies on the hills overlooking the Valle d’Ombrone, a beautiful and miraculously intact valley in Southern Tuscany.
The views are breath-taking from every angle.
Podere Santa Pia, con una vista indimenticabile sulla Maremma Toscana